Hoogcomplexe zorg verlenen aan een zorgvrager met behulp van geavanceerde hemodynamische monitoring
Code
AZ-opleiding-CCU-6
Type
specifiekOmschrijving
Het betreft het verlenen van zorg met behulp van (non) invasieve monitoring van de hemodynamiek en invasieve hartminuutvolume monitoring (bijv. arteria pulmonalis catheter of transpulmonale thermodilutie). De zorgvrager kenmerkt zich door een gezondheidstoestand die sterk wisselend en onvoorspelbaar is. De zorgvrager verkeert in een toestand waarbij meerdere vitale functies moeten worden ondersteund en waarbij de ingestelde therapie frequent moet worden bijgesteld omdat de zorgvrager niet of onvoldoende reageert op de therapie.
De activiteit omvat
• Systematisch verzamelen van gegevens (bijv. overdracht, anamnese, lichamelijk onderzoek)
• Bewaken en geavanceerd monitoren van vitale functies
• Analyseren en interpreteren van de gegevens
• Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose
• Prioriteren en coördineren van verpleegkundige zorg
• Uitvoeren van zorg en (risicovolle) verpleegtechnische handelingen
• Verlenen van specifieke zorg rondom de geavanceerde hemodynamische monitoring (bijv. voorkomen infectie invasieve toegangswegen voor monitoring)
• Structureel evalueren van het effect van verrichte interventies aan de hand van de invasieve monitoring en indien nodig bijstellen beleid
• Tijdig signaleren van onvoorziene, kritieke situaties (interventies bepalen)
• Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines; waar nodig inschakelen van hulp
• Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten
• Begeleiden van de zorgvrager en diens naasten rond de psychische impact van de intensieve bewaking
• Evalueren en rapporteren van zorg
• Bewaken en geavanceerd monitoren van vitale functies
• Analyseren en interpreteren van de gegevens
• Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose
• Prioriteren en coördineren van verpleegkundige zorg
• Uitvoeren van zorg en (risicovolle) verpleegtechnische handelingen
• Verlenen van specifieke zorg rondom de geavanceerde hemodynamische monitoring (bijv. voorkomen infectie invasieve toegangswegen voor monitoring)
• Structureel evalueren van het effect van verrichte interventies aan de hand van de invasieve monitoring en indien nodig bijstellen beleid
• Tijdig signaleren van onvoorziene, kritieke situaties (interventies bepalen)
• Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines; waar nodig inschakelen van hulp
• Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten
• Begeleiden van de zorgvrager en diens naasten rond de psychische impact van de intensieve bewaking
• Evalueren en rapporteren van zorg
Beperkingen
No content provided
Voorwaardelijkheden (EPA"s)
CanMeds
- Vakinhoudelijk handelen
- Communicatie
- Samenwerking
- Kennis en wetenschap
- Maatschappelijk handelen
- Leiderschap
- Professionaliteit
Kennis
• Indicaties en contra- indicaties voor geavanceerde hemodynamische monitoring
• Hemodynamische veranderingen gerelateerd aan pathofysiologie:
• Pathofysiologie acuut myocardinfarct met LV of RV falen
• Pathofysiologie acuut myocardinfarct met mechanische complicaties
• Pathofysiologie shock
• Pathofysiologie acuut cardiaal longoedeem
• Werkingsmechanisme van geavanceerde hemodynamische monitoring (incl. factoren die van invloed zijn op metingen)
• Gebruik/ bediening apparatuur (opstarten, aansluiten, kalibreren, uitvoeren metingen)
• Procedure van het plaatsen van centrale lijnen en de katheter(s)
• Geavanceerde meting (bijv. Swan Ganz Catheter, PiCCO): centraal veneuze zuurstofsaturatie en cardiac output (CO)
• Normaalwaarden van volume, druk en weerstand in de verschillende compartimenten
• Complicaties van geavanceerde hemodynamische monitoring
• Farmacologie
• Relevante interventies bij acute aandoeningen inclusief werking, bijwerking en effect
• Richtlijnen, behandelingsprotocollen zoals in de werkpraktijk worden gebruikt
• Hemodynamische veranderingen gerelateerd aan pathofysiologie:
• Pathofysiologie acuut myocardinfarct met LV of RV falen
• Pathofysiologie acuut myocardinfarct met mechanische complicaties
• Pathofysiologie shock
• Pathofysiologie acuut cardiaal longoedeem
• Werkingsmechanisme van geavanceerde hemodynamische monitoring (incl. factoren die van invloed zijn op metingen)
• Gebruik/ bediening apparatuur (opstarten, aansluiten, kalibreren, uitvoeren metingen)
• Procedure van het plaatsen van centrale lijnen en de katheter(s)
• Geavanceerde meting (bijv. Swan Ganz Catheter, PiCCO): centraal veneuze zuurstofsaturatie en cardiac output (CO)
• Normaalwaarden van volume, druk en weerstand in de verschillende compartimenten
• Complicaties van geavanceerde hemodynamische monitoring
• Farmacologie
• Relevante interventies bij acute aandoeningen inclusief werking, bijwerking en effect
• Richtlijnen, behandelingsprotocollen zoals in de werkpraktijk worden gebruikt
Vaardigheden
• Op systematische wijze gegevens verzamelen over de hemodynamiek d.m.v. geavanceerde hemodynamische monitoring en de kwaliteit van de metingen beoordelen
• Bewaken en monitoren van de vitale functies m.b.v. geavanceerde hemodynamische monitoring
• Apparatuur bedienen volgens het daarvoor geldende voorschrift.
• Registreren zo dat de gemeten waarden een realistische afspiegeling zijn van de actuele situatie
• Variaties van vitale parameters in verband brengen met karakteristieken van de zorgvrager of kenmerken van het onderliggende ziektebeeld
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling (maakt risicoanalyse)
• Interpreteren van de verzamelde gegevens en hieruit een (verpleegkundige) werk- en differentiaaldiagnose formuleren
• Bepalen of aanvullende gegevens verzameld moeten worden om een duidelijker beeld te krijgen van de situatie of ter bevestiging van de klinische probleemstellingen
• De gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële) gezondheidsproblemen verklaren vanuit de pathofysiologie van de (werk)diagnose
• Vanuit de klinische probleemstellingen (verpleegkundige) interventies bepalen
• Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’
• Interventies en voorbehouden handelingen volgens de professionele standaarden uitvoeren (bijv. verzorging centrale lijnen)
• Interventies systematisch evalueren en waar nodig bijstellen
• Assisteren of begeleiden bij onderzoek en behandeling
• Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen
• Beslissingen nemen die de (uitvoer van) zorg van de zorgvrager aangaan volgens de principes van informed consent
• Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten
• De zorgvrager ondersteunen in zijn psychisch welbevinden bij de intensieve monitoring
• Methodisch overdragen aan andere hulpverleners (bijv. acute verslechtering, dienstoverdracht, MDO, etc.)
• Bewaken en monitoren van de vitale functies m.b.v. geavanceerde hemodynamische monitoring
• Apparatuur bedienen volgens het daarvoor geldende voorschrift.
• Registreren zo dat de gemeten waarden een realistische afspiegeling zijn van de actuele situatie
• Variaties van vitale parameters in verband brengen met karakteristieken van de zorgvrager of kenmerken van het onderliggende ziektebeeld
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling (maakt risicoanalyse)
• Interpreteren van de verzamelde gegevens en hieruit een (verpleegkundige) werk- en differentiaaldiagnose formuleren
• Bepalen of aanvullende gegevens verzameld moeten worden om een duidelijker beeld te krijgen van de situatie of ter bevestiging van de klinische probleemstellingen
• De gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële) gezondheidsproblemen verklaren vanuit de pathofysiologie van de (werk)diagnose
• Vanuit de klinische probleemstellingen (verpleegkundige) interventies bepalen
• Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’
• Interventies en voorbehouden handelingen volgens de professionele standaarden uitvoeren (bijv. verzorging centrale lijnen)
• Interventies systematisch evalueren en waar nodig bijstellen
• Assisteren of begeleiden bij onderzoek en behandeling
• Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen
• Beslissingen nemen die de (uitvoer van) zorg van de zorgvrager aangaan volgens de principes van informed consent
• Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten
• De zorgvrager ondersteunen in zijn psychisch welbevinden bij de intensieve monitoring
• Methodisch overdragen aan andere hulpverleners (bijv. acute verslechtering, dienstoverdracht, MDO, etc.)
Gedrag
• Toont professioneel leiderschap
• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair)
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren
• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair)
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren
Informatie bronnen voortgang
Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.
Fase & niveau
Dit is een specifieke EPA. De verwachting is dat de student na de opleiding (BAZ en kern EPA’s) de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden.