Zorg verlenen aan een zorgvrager met ventriculair hulpmiddel (VAD)

Code

AZ-opleiding-CCU-8

Type

specifiek

Omschrijving

Deze activiteit betreft de pre- en postoperatieve zorg voor een zorgvrager met een ventriculair hulpmiddel (VAD). Hier vallen de volgende hulpmiddelen onder: 
• LVAD 
• RVAD 
• biVAD 

De activiteit omvat

• Verrichten van diagnostisch onderzoek (screening) en verlenen van direct benodigde zorg 
• Systematisch verzamelen van gegevens (bijv. anamnese, lichamelijk onderzoek) 
• Bewaken en monitoren van vitale functies 
• Analyseren en interpreteren van de bewakingsgegevens 
• Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose 
• Prioriteren en coördineren van verpleegkundige zorg 
• Tijdig signaleren van onvoorziene, kritieke situaties (interventies bepalen, waar nodig (tijdig) inschakelen van hulp) 
• Uitvoeren van de pre- en postoperatieve zorg volgens protocol 
• Uitvoeren van zorg en (risicovolle) verpleegtechnische handelingen 
• Evalueren effect van verrichte interventies en indien nodig bijstellen beleid 
• Voorbereiden en begeleiden van transport 
• Overleg met verpleegkundig specialist en/of medisch specialist bij instellen VAD 
• Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten 
• Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines 
• Inzetten van en samenwerken met collega’s en ketenpartner (nazorg traject) 
• Evalueren en rapporteren van zorg 

Beperkingen

No content provided

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Implantatie (VAD) bij acuut en chronisch hartfalen 
• Landelijke richtlijnen rondom de VAD 
• Indicatiestelling voor een VAD (bridge to transplant, bridge to decision/candidacy of als destination therapie als alternatief voor harttransplantatie) 
• Contra indicaties voor VAD-therapie 
• Vroege en late complicaties bij VAD 
• Pre- en postoperatieve verpleegtechnische handelingen (bijv. drains) 
• Bewaking bij een zorgvrager met een VAD 

Vaardigheden

• Zowel pre- als postoperatief op methodische wijze verzamelen van gegevens, (bijv. voorgeschiedenis, uitgevoerde operatie, complicaties, lab)
• Bewaken en monitoren van de vitale functies pre en postoperatief 
• Interpreteren van de verzamelde gegevens (incl. VAD-waardes) en hieruit een (verpleegkundige) werk- en differentiaaldiagnose formuleren 
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling 
• De gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële) gezondheidsproblemen verklaren vanuit de pathofysiologie van de (werk)diagnose 
• Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden 
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’ 
• Postoperatieve zorg volgens protocol uitvoeren (postoperatieve instructies, wondzorg,) 
• Specifieke verpleegkundige zorg en interventies bij de VAD uitvoeren conform instellingsafspraken (bijv. verzorgen driveline /insteek, lab bepalen) 
• Assisteren bij (medische) interventies (bijv. bij het inbrengen van een centraal veneuze katheter, arterielijn) 
• Interventies volgens de professionele standaarden uitvoeren 
• Interventies systematisch evalueren en waar nodig bijstellen 
• Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen 
• Handelen in geval van een ALS-setting volgens reanimatieprotocol VADdragers 
• De zorgvrager en naasten psychisch en sociaal begeleiden in de fase rondom operatie (acceptatie, realisatie en het weer opzoeken van de nieuwe grenzen) 
• Stimuleren tot zelfmanagement met het oog op de thuissituatie (aanleren voorbehouden handelingen, zelfstandige omgang VAD-apparatuur) 
• Samenwerken met andere disciplines in een VAD-traject 
• Methodisch overdragen aan collega’s en andere disciplines (bijv. acute verslechtering, dienstoverdracht, MDO, etc.) 

Gedrag

• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager 
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair) 
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie 
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen 
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

Dit is een specifieke EPA. De verwachting is dat de student na de opleiding (BAZ en kern EPA’s) de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index