Zorgdragen voor de eerste opvang van een zorgvrager met (acute) cardiale klachten op de EHH

Code

AZ-opleiding-CCU-9

Type

specifiek

Omschrijving

Het betreft het uitvoeren van eerste opvang en onderzoek van (laag- en middencomplexe) zorgvragers op de EHH met een verdenking op acute en ernstige hartklachten, zoals pijn op de borst of hartritmestoornissen. Bij de zorgvrager wordt observatie, onderzoek en diagnostiek uitgevoerd en op basis van protocol een behandeling gestart. 

De activiteit omvat

• Overnemen/ overdracht ontvangen van de zorgvrager van ketenpartner 
• Systematisch verzamelen van gegevens (bijv. overdracht, anamnese, lichamelijk onderzoek) en verrichten diagnostisch onderzoek 
• Bewaken en monitoren van de vitale functies 
• Analyseren en interpreteren van de bewakingsgegevens 
• Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose 
• Prioriteren en coördineren van verpleegkundige zorg 
• Inzetten van de behandeling/therapie volgens triage protocol 
• Uitvoeren van zorg en (risicovolle) verpleegtechnische handelingen 
• Signaleren van onvoorziene en kritieke situaties 
• Evalueren van het effect van verrichte interventies en indien nodig bijstellen beleid in afstemming met medisch verantwoordelijke 
• Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines; waar nodig inschakelen van hulp 
• Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten 
• Rapporteren/overdragen van de zorgvrager (ontslagprocedure) 

Beperkingen

• Tot deze activiteit behoort niet de opvang van hoogcomplexe zorgvrager 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Pathofysiologie van thoracale pijn en ritme- en geleidingsstoornissen 
• De differentiaaldiagnostiek en de daarbij horende onderzoeken van thoracale pijnklachten, niet levensbedreigende ritmestoornissen, dyspnoe, hypotensie, hypertensie en (near)collaps 
• Ritme- en geleidingsstoornissen van het hart 
• Interpretatie 12-afleidingen ECG  
• Richtlijnen en behandelingsprotocollen t.a.v. thoracale pijnklachten zoals in de werkpraktijk worden gebruikt 
• Diagnostiek, onderzoek bij thoracale pijnklachten 
• Interventies en bijbehorende farmacologie bij (acute) thoracale pijn 
• Normale en afwijkende parameters van vitale functies 
• Triage protocol 

Vaardigheden

• Op methodische wijze gegevens verzamelen over de gezondheidstoestand en diagnostisch onderzoek volgens triageprotocol verrichten 
• Bewaken en monitoren van de vitale functies 
• Interpreteren van de verzamelde gegevens en hieruit een verpleegkundige werk- en differentiaaldiagnose formuleren 
• Een risicoanalyse maken (triage levensbedreigend/ niet acuut, rekening houdend met het kort cyclisch karakter en de urgentie van de zorgsituatie) 
• Bepalen of aanvullende gegevens verzameld moeten om een duidelijker beeld te krijgen van de situatie/ ter bevestiging van de klinische problemen 
• De gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële) gezondheidsproblemen verklaren vanuit de pathofysiologie van de (werk)diagnose 
• De behandeling/therapie volgens triage protocol inzetten 
• Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden 
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’ 
• Assisteren of begeleiden bij onderzoek en behandeling 
• Interventies systematisch evalueren en waar nodig bijstellen 
• Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen 
• Anticiperen op mogelijke veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager, proactief handelen en improviseren 
• Beslissingen nemen die de (uitvoer van) zorg van de zorgvrager aangaan volgens de principes van informed consent 
• Zorgvrager (en familie/relatie) informeren over (uitkomst triage en) de behandelmogelijkheden 
• Rapporteren en methodisch overdragen aan collega’s en andere disciplines (bijv. acute verslechtering, ontslag, overplaatsing) 

Gedrag

• Toont verpleegkundig leiderschap 
• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager 
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair) 
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie 
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen  
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

Dit is een specifieke EPA. De verwachting is dat de student na de opleiding (BAZ en kern EPA’s) de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index