Zorg verlenen aan een zorgvrager met non-invasieve beademing (NIV)

Code

AZ-opleiding-MC-1

Type

kern

Omschrijving

Het betreft de zorg voor een zorgvrager met een (dreigende) respiratoire insufficiëntie, die actief ondersteund wordt door Non Invasive Ventilation (NIV). De (responsieve) zorgvrager ademt zelf, maar de adem wordt ondersteund met behulp van een afgesloten masker dat is aangesloten op een beademingsapparaat. Er is daarom geen sprake van een volledige overname van de ademhaling. 

De activiteit omvat

• Systematisch verzamelen van gegevens (bijv. overdracht, anamnese, vitale functies, lichamelijk onderzoek) 
• Bewaken en monitoren van vitale functies (beademingsparameters) 
• Analyseren en interpreteren van gegevens 
• Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose 
• Prioriteren en coördineren van verpleegkundige zorg 
• Uitvoeren van zorg en (risicovolle) verpleegtechnische handelingen 
• Evalueren en zo nodig bijstellen van interventies 
• Tijdig signaleren van onvoorziene, kritieke situaties (interventies bepalen) 
• Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten 
• Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines 
• Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten 
• Evalueren, rapporteren en overdragen van zorg 

Beperkingen

 Tot deze activiteit behoort niet de zorg in de volgende contexten:
• High en low flow O2 systemen
• Kinderen met non-invasieve beademing
• Niet- beademde zorgvrager
• Non-responsieve zorgvrager

 Voorwaardelijkheden
• Deze EPA kan worden afgerond wanneer de EPA’s ‘Basis Acute Zorg’ zijn toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Methoden voor verzamelen van gegevens, risico-inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning 
• Anatomie, fysiologie, pathologie m.b.t. de respiratie en de samenhang met de betrokken orgaansystemen 
• Specifieke farmacologie bij respiratoire aandoeningen 
• Vitale parameters en variaties hierop passend bij de patiënt (karakteristieken) en het onderliggende ziektebeeld 
• Verpleegkundige interventies bij de non invasieve beademde zorgvrager (bijv. lichaamshouding, mondverzorging, medicatietoediening, enz.)
• Indicaties en potentiële problemen en complicaties bij non-invasieve beademing 
• Laboratoriumwaarden, met name gericht op het zuur-base evenwicht 
• Protocollen, richtlijnen NIV 
• Ondersteunende apparatuur respiratie (bijv. bevochtiging, verneveling, CO2-meting) 
• Acute bedreigingen van vitale functies 
• Communicatiehulpmiddelen begeleidingsaspecten/ familie participatie 

Vaardigheden

• NIV volgens geldende richtlijnen en protocollen aansluiten 
• Op methodische wijze gegevens verzamelen (lichamelijk onderzoek uitvoeren en metingen verrichten) 
• Bewaken en monitoren van de vitale functies specifiek gericht op de respiratie (bijv. ademarbeid) 
• Interpreteren van de verzamelde gegevens en hieruit een verpleegkundige werk- en differentiaaldiagnose formuleren 
• De gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële) gezondheidsproblemen verklaren vanuit de pathofysiologie van de (werk)diagnose 
• Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden 
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’ 
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling 
• Assisteren bij (medisch) onderzoek en behandeling 
• Interventies volgens de professionele standaarden uitvoeren 
• Interventies systematisch evalueren en waar nodig bijstellen 
• Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen 
• Beslissingen nemen die de (uitvoer van) zorg van de zorgvrager aangaan volgens de principes van informed consent 
• Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten 
• Rapporteren en methodisch overdragen aan collega’s en andere disciplines 

Gedrag

• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager 
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair) 
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie 
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen 
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student na 1/2 jaar van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index