Zorgdragen voor de (vroege) revalidatie van een zorgvrager binnen de acute setting
Code
AZ-opleiding-MC-2
Type
kernOmschrijving
Het betreft het zelfstandig initiëren, regisseren en uitvoeren van maatregelen ter revalidatie van een zorgvrager op de MC.
De activiteit omvat
• Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines t.a.v. (vroege) revalidatie op de MC (participeren in MDO)
• Plannen en coördineren van de zorg gericht op revitalisatie en revalidatie
• Bewaken van de gezondheidstoestand van de zorgvrager in relatie tot mobilisatie
• Uitvoeren van (revalidatie) interventies op basis van prioriteiten
• Evalueren effect van verrichte interventies en indien nodig bijstellen beleid
• Signaleren van onvoorziene en kritieke situaties; waar nodig inschakelen van hulp
• Informeren, instrueren en begeleiden zorgvrager en diens naasten
• Rapporteren en overdragen van het voortgangsproces van de revalidatie
Voorwaardelijkheden
• De EPA’s van de ‘Basis Acute Zorg’ zijn toevertrouwd
• Plannen en coördineren van de zorg gericht op revitalisatie en revalidatie
• Bewaken van de gezondheidstoestand van de zorgvrager in relatie tot mobilisatie
• Uitvoeren van (revalidatie) interventies op basis van prioriteiten
• Evalueren effect van verrichte interventies en indien nodig bijstellen beleid
• Signaleren van onvoorziene en kritieke situaties; waar nodig inschakelen van hulp
• Informeren, instrueren en begeleiden zorgvrager en diens naasten
• Rapporteren en overdragen van het voortgangsproces van de revalidatie
Voorwaardelijkheden
• De EPA’s van de ‘Basis Acute Zorg’ zijn toevertrouwd
Beperkingen
No content provided
Voorwaardelijkheden (EPA"s)
CanMeds
- Vakinhoudelijk handelen
- Communicatie
- Samenwerking
- Kennis en wetenschap
- Maatschappelijk handelen
- Leiderschap
- Professionaliteit
Kennis
• Factoren die bepalend zijn voor (cognitief, fysiek en psychisch) herstel
• Indicaties en contra indicaties voor revitalisatie en revalidatie
• PICS (post intensive care syndroom)
• De relatie tussen lichaamshouding en de reactie van diverse vitale functies hierop
• Vroege mobilisatie op de MC
• Mobiliteitstechnieken, behandelingen en apparatuur ter bevordering bewegingsapparaat
• Familieparticipatie
• Pathofysiologie van ondervoeding en refeeding in relatie tot (vroege) revalidatie
• Protocollen en richtlijnen ten aanzien van vroege revalidatie/mobilisatie op de MC
• MDO-revalidatie en nazorg
• Indicaties en contra indicaties voor revitalisatie en revalidatie
• PICS (post intensive care syndroom)
• De relatie tussen lichaamshouding en de reactie van diverse vitale functies hierop
• Vroege mobilisatie op de MC
• Mobiliteitstechnieken, behandelingen en apparatuur ter bevordering bewegingsapparaat
• Familieparticipatie
• Pathofysiologie van ondervoeding en refeeding in relatie tot (vroege) revalidatie
• Protocollen en richtlijnen ten aanzien van vroege revalidatie/mobilisatie op de MC
• MDO-revalidatie en nazorg
Vaardigheden
• Methodisch gegevens verzamelen ter indicatie of contra indicatie van revitalisatie en revalidatie
• Bewaken en monitoren van de vitale functies
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling
• Interpreteren van de verzamelde gegevens en hieruit een (verpleegkundige) werkdiagnose formuleren met specifieke aandacht voor revalidatie op de MC
• Participeren in MDO met fysio, diëtiek, logopedie, psychologie, artsen en in samenspraak een haalbare mobilisatietechniek kiezen
• Een dagprogramma ten behoeve van de revalidatie maken en uitvoeren
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’
• Rekening houden met het therapeutisch proces en de belastbaarheid van de (responsieve) patiënt
• Mobiliseren en activeren van de patiënt volgens protocol /richtlijnen passend bij de situatie van de zorgvrager
• Observeren en bewaken van de vitale functies tijdens het revalidatieproces
• Evalueren en bijstellen van interventies
• Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen
• Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten
• Bevorderen van zelfzorg en zelfmanagement van de patiënt, rekening houdend met beperkingen van de zorgvrager
• Betrekken van de familie bij de revalidatie, voorlichting geven en waar mogelijk hun hulp inschakelen
• Principes van motiverende gespreksvoering toepassen (de zorgvrager uitdagen om vooruitgang te boeken)
• Methodisch rapporteren en overdragen van het voortgangsproces van de revalidatie aan collega’s en andere disciplines
• Bewaken en monitoren van de vitale functies
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling
• Interpreteren van de verzamelde gegevens en hieruit een (verpleegkundige) werkdiagnose formuleren met specifieke aandacht voor revalidatie op de MC
• Participeren in MDO met fysio, diëtiek, logopedie, psychologie, artsen en in samenspraak een haalbare mobilisatietechniek kiezen
• Een dagprogramma ten behoeve van de revalidatie maken en uitvoeren
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’
• Rekening houden met het therapeutisch proces en de belastbaarheid van de (responsieve) patiënt
• Mobiliseren en activeren van de patiënt volgens protocol /richtlijnen passend bij de situatie van de zorgvrager
• Observeren en bewaken van de vitale functies tijdens het revalidatieproces
• Evalueren en bijstellen van interventies
• Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen
• Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten
• Bevorderen van zelfzorg en zelfmanagement van de patiënt, rekening houdend met beperkingen van de zorgvrager
• Betrekken van de familie bij de revalidatie, voorlichting geven en waar mogelijk hun hulp inschakelen
• Principes van motiverende gespreksvoering toepassen (de zorgvrager uitdagen om vooruitgang te boeken)
• Methodisch rapporteren en overdragen van het voortgangsproces van de revalidatie aan collega’s en andere disciplines
Gedrag
• Draagt bij aan samenwerking binnen het team op inhoud en proces
• Toont verpleegkundig leiderschap
• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair)
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren
• Toont verpleegkundig leiderschap
• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair)
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren
Informatie bronnen voortgang
Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.
Fase & niveau
De verwachting is dat de student na 6 maanden van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden.