Zorg verlenen aan zorgvrager na cardio-chirurgische ingreep

Code

AZ-opleiding-MC-5

Type

specifiek

Omschrijving

Het betreft het verlenen van postoperatieve zorg > 24 uur aan een zorgvrager die een cardio chirurgische operatie of een Pulmonalis entarteriectomie heeft ondergaan. De zorgvrager wordt bewaakt en meerdere vitale functies worden ondersteund (inotropie, PM, NIV). De ingestelde therapie moet frequent worden geëvalueerd en bijgesteld. 

Operaties die de patiënt heeft ondergaan zijn bijvoorbeeld: 
• Pulmonalis entarteriectomie 
• Bypass chirurgie, Coronair Artery Bypass Grafting (CABG) 
• Aorta chirurgie (dissectie, Bentall procedure) 
• Klep en ritme chirurgie 
• Thorcacoscopische pulmonaalveneisolatie via Video Assisted Thorascopic Surgery) (VATS) 
• Transcatheter Aortic Valve Implantatinon (TAVI) 

De activiteit omvat

• Systematisch verzamelen van gegevens
• Bewaken en monitoren van de vitale functies
• Analyseren en interpreteren van de gegevens
• Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose
• Prioriteren en coördineren van verpleegkundige zorg
• Uitvoeren van de postoperatieve zorg volgens protocol
• Uitvoeren van verpleegtechnische handelingen en interventies
• Evalueren effect van verrichte interventies en indien nodig bijstellen beleid
• Signaleren van onvoorziene en kritieke situaties; waar nodig inschakelen van hulp
• Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines (incl. nazorg traject)
• Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten
• Evalueren, rapporteren en overdragen van zorg

Voorwaardelijkheden
De EPA kan worden afgerond wanneer: 
• De EPA’s ‘Basis Acute Zorg’ 
• Kern EPA’s MC zijn toevertrouwd 

Beperkingen

No content provided

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Specifieke cardiologische anatomie en patho- fysiologie (hartziekten) 
• Richtlijnen, behandelingsprotocollen t.a.v. pre en postoperatieve zorg bij cardio chirurgische ingrepen zoals in de werkpraktijk worden gebruikt 
• Chirurgische behandelmethoden 
• Vitale functies/ hemodynamiek passend bij de ingreep (monitoring, vochtbalans, e.d.) 
• Complicaties passend bij de specifieke ingreep (circulatie, ventilatie, infectie ed.) 
• Specifieke verpleegkundige zorg (medicatie, wondzorg, thoraxdrainage) 
• Specifieke apparatuur (bijv. drempelen Pacemaker) 
• Specifieke medicatie (bijvoorbeeld immunosuppressiva, inotropie) 
• Relevante interventies bij acute aandoeningen inclusief werking, bijwerking en effect 
• Nazorg /ketenzorg 

Vaardigheden

• Op methodische wijze gegevens verzamelen t.a.v. de ingreep (relevante voorgeschiedenis, verslag uitgevoerde operatie/interventie, opgetreden problemen en complicaties, bijzonderheden t.a.v. noodzakelijke vervolgbehandeling) 
• Bewaken en monitoren van de vitale functies 
• Interpreteren van de verzamelde gegevens en hieruit een (verpleegkundige) werk- en differentiaaldiagnose formuleren 
• De gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële) gezondheidsproblemen verklaren vanuit de pathofysiologie van de (werk)diagnose 
• Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden 
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’ 
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling 
• Assisteren bij (medische) interventies (bijv. bij het inbrengen van een centraal veneuze katheter, arterielijn) 
• Postoperatieve zorg volgens protocol uitvoeren (postoperatieve instructies, wondzorg, thoraxdrain, biopten, drempelen pacemaker) 
• Interventies systematisch evalueren en waar nodig bijstellen 
• Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen 
• Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten 
• Stimuleren tot zelfmanagement met het oog op de thuissituatie (bijvoorbeeld medicatietraining) 
• Rapporteren en methodisch overdragen aan collega’s en andere disciplines, ook onder tijdsdruk en in een stressvolle situatie
• Bijdragen aan een goede afstemming en overdracht van gegevens in de ketenzorg t.b.v. nazorgtraject 

Gedrag

• Toont proactieve houding en verpleegkundig leiderschap 
• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager 
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair) 
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie 
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen 
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

 Dit is een specifieke EPA. De verwachting is dat de student na de opleiding (BAZ en kern EPA’s) de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index