Zorg verlenen aan een zorgvrager met brandwonden of andere specifieke wonden

Code

AZ-opleiding-OBV-1

Type

kern

Omschrijving

Het betreft hier het uitvoeren van een wondbehandeling en het zelfstandig initiëren, regisseren van de wondzorg bij een volwassene of een kind met brandwonden of andere specifieke wonden. Met specifieke wonden worden ziektebeelden zoals Toxische Epidermale Necrolyse (TEN) en necrotiserende weke delen infectie (NWDI) bedoeld.
De zorg kan zowel in het brandwondencentrum als in een consultatieve functie buiten de eigen afdeling plaatsvinden.

De activiteit omvat

  • Verzamelen en interpreteren van patiëntgegevens over het specifieke wondbeleid
  • Creëren van een veilige- en efficiënte werkplek voor de wondverzorging
  • Voorlichting geven over de wondverzorging en besmettingsrisico aangepast aan leeftijd, niveau en draagkracht van de zorgvrager en/of diens familie of naasten
  • Toedienen van analgetica voor de procedurele pijn en sedativa (farmacologische interventies) voorafgaand aan de wondzorg
  • Zo nodig organiseren en assisteren van het sedatie team bij het uitvoeren van de wondzorg
  • Inzetten van op de zorgvrager afgestemde non-farmacologische interventies
  • Inzetten van (persoonlijke-) hygiënemaatregelen, beschermingsmiddelen en kledingvoorschriften
  • Verzamelen materialen, verbandmiddelen en klaarmaken van steriel veld
  • Verbanden verwijderen, wond kweken afnemen, wassen wondgebied, debridement en drogen
  • Observeren, analyseren en interpreteren van de brandwond, zoals het wondaspect, de diepte en de infectieparameters, eventueel met behulp van digitale middelen
  • Uitvoeren van afgesproken wondbeleid door een (topicaal) middel aan te brengen en wonden met verbandmiddelen te verbinden. Hierbij kritisch beoordelen of het afgesproken wondbeleid passend is bij het aspect van de wond op dat moment
  • Uitvoeren van zorg bij wonden ten gevolge van een chirurgische- of plastisch chirurgische ingreep
  • Evalueren van het effect - en zo nodig bijstellen - van interventies ingezet tijdens de wondverzorging

Beperkingen

No content provided

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

  • Incidentie van- en soorten (brand-)wonden
  • Verwijzingscriteria voor het brandwondencentrum
  • De anatomie, fysiologie en pathologie van de huid, slijmvliezen en (aangedane) zintuigen zoals ogen en oren.
  • Fasen van wondgenezing en wondbehandeling
  • Inschatten van het Totaal Verbrand Lichaamsoppervlak (TVLO)
  • 5-punts anamnese en diagnostiek
  • Valide meetinstrumenten voor wondbeoordeling, pijn, jeuk, angst/stress overeenkomstig de leeftijd van de zorgvrager
  • Farmacologische en niet-farmacologische interventies relevant voor de wondgenezing en wondverzorging
  • Werkplekmanagement (beschikbare voorzieningen/middelen op de werkplek zoals omgevingstemperatuur en vochtigheidsgraad)
  • Definitie besmetting, contaminatie, kolonisatie en micro-organismen
  • Symptomen van wondinfecties
  • Infectiepreventie, isolatie en kledingvoorschriften en bestrijding van wondinfectie
  • Topicale middelen en verbandmiddelen
  • Indicaties voor het verrichten van escharotomieën
  • Protocollen en richtlijnen op de eigen werkplek

Vaardigheden

  • Klinisch redeneren t.a.v. wondzorg en infectie:
  • verzamelen van gegevens door middel het elektronisch patiëntendossier (EPD) en observatieschalen en redeneerhulpen zoals: wond formulier, trend temperatuur, CRP/leukocyten, kweekuitslagen, lokale wondinfectie parameters (rubor, calor, tumor, dolor, functio laesa), specifieke geur, blootliggend kraakbeen/bot/pezen en aangedane slijmvliezen
  • Analyseren en interpreteren van gegevens
  • Stellen van een (verpleegkundige) differentiaaldiagnose
  • Voorlichting geven aan de patiënt en diens naasten over nut/noodzaak van (persoonlijke-) hygiënemaatregelen, beschermingsmiddelen en kledingvoorschriften
  • Assisteren bij onderzoek en behandeling en gebruiksklaar maken van benodigde apparatuur
  • Creëren van een optimale sluisfunctie en omgevingstemperatuur tijdens de verbandwisselingen
  • Gebruik maken van meetinstrumenten en/of observatieschalen tijdens verbandwisselingen
  • Adequate pijn-, angst- en jeukinterventies inzetten, zowel farmacologisch als niet-farmacologisch, passend bij de leeftijd van de patiënt en observatie van de bedoelde en onbedoelde effecten
  • Verwijderen van diverse soorten verbanden, wonddrains en hechtingen en wonddebridement volgens een afgesproken methode
  • Daar waar beschikbaar toepassen van Evidence Based Practice (EBP) en best practice bij materialen en middelengebruik m.b.t. wondbehandeling en verzorging, rekening houdend met de richtlijnen van de instelling
  • Vacuüm Assisted Closure (VAC)-therapie bij wondgenezing
  • Assisteren bij het verrichten van escharotomieën
  • Uitvoeren van medisch beleid o.b.v. kweekuitslagen en infectieparameters
  • Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten
  • Rapporteren met behulp van het formulier wondbehandeling en overdragen van aandachtspunten aan betrokken disciplines

Gedrag

  • Tonen van professionele- en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager
  • Interprofessioneel samenwerken met onder andere de verpleegkundige, verpleegkundig specialist, fysio- ergotherapie, diëtiste, logopedie, voedingsassistent, arts, microbioloog, maatschappelijk werk, geestelijke verzorging, pedagoog en psycholoog ter (her)beoordeling beleid.
  • Verantwoordelijk opstellen in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerd verpleegkundige binnen de wondzorg en hierover communiceren met de patiënt en diens naasten
  • Evalueren van het effect van- en zo nodig bijstellen van interventies ingezet tijdens de wondverzorging
  • Reflecteren op eigen bekwaamheid voor-, tijdens- en na de wondverzorging en zo nodig actie te ondernemen om deze te verbeteren en nieuwe inzichten te integreren

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student, 4 maanden na start van het uitstroomprofiel OBV, deze EPA op supervisie niveau 4 toevertrouwd kan worden.
Edit | Back to EPA index