Midden complexe zorg verlenen aan een zorgvrager met (brand)wond* gerelateerde zorgproblemen

Code

AZ-opleiding-OBV-2

Type

kern

Omschrijving

*Onder wond verstaan we zowel brandwonden als andere specifieke wonden, zoals Toxische Epidermale Necrolyse (TEN) en necrotiserende wekedeleninfectie (NWDI)
 
Het betreft het verlenen van zorg omtrent de wondgerelateerde zorgproblemen aan kinderen en volwassenen:
  • Voeding
  • Pijn en jeuk
  • Thermoregulatie
  • Psychosociale zorg
 
Kenmerken midden complexe zorg
  • Totaal Verbrand Lichaamsoppervlak (TVLO) <10% met co-morbiditeit
  • TVLO 10-20% zonder co-morbiditeit
  • Vitale functies bewaken met een frequentie 3x per dienst of meer, maar geen continue bewaking
  • Ingezette behandeling op wondgerelateerde zorgproblemen vraagt continue aanpassingen om de vitale functies te behouden
  • Communicatie met zorgvrager en/of naasten vraagt meer aandacht door uiteenlopende factoren (bijv. oplopende emoties, taalbarrière, culturele achtergrond)

De activiteit omvat

  •  Verzamelen en interpreteren van patiëntgegevens over de benoemde wondgerelateerde zorgproblemen
  •  Voorlichting geven over voeding, pijn/jeuk, thermoregulatie en psychosociale zorgproblemen aangepast aan leeftijd, niveau en draagkracht van de zorgvrager en/of diens familie of naasten
  • Begeleiden en methodisch voorlichting geven over leefregels en leefstijl
  • Toedienen van analgetica en sedativa (farmacologische interventies) ter behandeling van achtergrondpijn
  • Inzetten van op de zorgvrager afgestemde non-farmacologische interventies
  • Observeren, analyseren en interpreteren van de specifieke parameters
  • Opstellen en uitvoeren van een verpleegplan voor de betreffende zorgproblemen
  • Uitvoeren van verpleegkundige- of technische handelingen en zorg, specifiek gekoppeld aan de zorgproblemen
  • Evalueren van het effect van- en zo nodig bijstellen van interventies ingezet tijdens de behandeling

Beperkingen

  • De EPA kan worden afgerond wanneer de EPA’s ‘Basis Acute Zorg’ zijn toevertrouwd of wanneer er sprake is van een vrijstelling. 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

Voeding
  • Anatomie en fysiologie van de tractus digestivus
  • Specifieke kennis over energie- en eiwitrijke voeding en een dreigend voedingstekort bij brandwondenpatiënten
    •  Vitaminen en mineralen
  • Specifieke kennis van het vocht- en elektrolytenbeleid
  • Non refeeding syndroom
  • Specifieke kennis van het risico op frequent voorkomende darmproblemen en defecatieproblemen bij patiënten met uitgebreide wonden
  • De oorzaken en gevolgen van hypermetabolisme bij brandwondenpatiënten verwoorden en verklaren
 
Pijn en jeuk
  • Anatomie/fysiologie van het zenuwstelsel en de theorie over pijn/jeuk
  • Kennis van valide meetinstrumenten die ingezet worden overeenkomstig de leeftijd van de zorgvrager
  • Kennis van behandeling bij brandwondenpatiënten, zowel farmacologisch als niet-farmacologisch
 
Thermoregulatie
  • Anatomie en fysiologie van de huid en temperatuurregulatie
  • Diverse warmteafgifte mechanismen
  • Excitatie verschijnselen
  • Oorzaken, symptomen en risico’s bij hypo- en hyperthermie ten gevolge van het brandwondenletsel
  • De optimale situatie voor omgevingstemperatuur, vochtigheidsgraad en andere relevante omgevingsfactoren ten behoeve van de veiligheid en het comfort van de zorgvrager met brandwonden
 
Psychosociale zorg
  • Prevalentie en risicofactoren stressreacties
  • Acute stressreacties en behandeling van:
    • Posttraumatisch stress syndroom (PTSS)
    •  Depersonalisatie en derealisatie
    • Angst/slaap
    • Agressie, regressie, apathie
    • Verstoord lichaamsbeeld
    • Rouw en verlies
  • Fysiologische aspecten van stress
  •  Aanpassingsstoornissen
  • Gedragskenmerken van een niet-verwerkte traumatische ervaring
  • Behandeling van hulpeloosheid en onveiligheid, angst, dissociatie en stressreacties en aanpassingsstoornissen
  • Familieparticipatie
  • Herkennen coping mechanismen
  • Gespreksmethodieken en technieken, coping en transitieprocessen
  • Non-medical talk en comfort talk 
  • De risico’s van een (langdurige) opname in het brandwondencentrum met het oog op sociaal isolement en hospitalisatie
  • De psychosociale gevolgen van het brandwondenletsel en het toekomstperspectief
  • Mogelijkheden die geboden kunnen worden ter ondersteuning en begeleiding in het nazorgtraject en het resocialisatieproces 

Vaardigheden

Algemeen:
  • Klinisch redeneren:
  • Systematisch verzamelen van gegevens, zoals de SBAR, voedingsanamnese, lengte, gewicht, SNAQ, VAT/COMFORT scale, CPOT, SCEGS, trend temperatuur, (DutchP)EWS, excitatie kenmerken en zweetproductie, slaap observatie
  • Analyseren en interpreteren van gegevens
  • Stellen van een (verpleegkundige) differentiaaldiagnose
  • Informeren aan- en adviseren van de zorgvrager en zijn naasten over de behandeling en het zorgproces en past hierbij technieken van motiverende gespreksvoering toe
  • Onderbouwd durven afwijken van protocollen en richtlijnen
  • Verifiëren van gegeven voorlichting 

Voeding
  • Opstellen van een vocht- en voedingsplan o.b.v. gewicht en TVLO, in samenwerking met de diëtiek en rekening houdend met de behoeften en wensen van de zorgvrager
  • Voorlichting geven over de inzet van calorie- en eiwitverrijkte voeding en de verhoogde vocht- en voedingsbehoefte ten gevolge van de wonden
  • Zorg dragen voor de kwaliteit van de aangeboden calorie- en eiwitrijke voeding en de spreiding daarvan over het etmaal om de inname van de extra calorierijke voedingsmiddelen te bevorderen
  • Uitvoeren en bijstellen van het voedingsplan op basis van de intake en calorie- en eiwitberekening
  • Inbrengen van een maag-/voedingssonde en toepassen van fixatiemethoden om een maag-/voedingssonde te positioneren bij huiddefecten in het gelaat
  • Informatie verzamelen over de uitscheiding, vocht- en voedingstoestand en de behandeling aanpassen in overleg met het interdisciplinaire team
  • Bewaken van de specifieke parameters m.b.t. de vocht- en voedingstoestand
  • Rapporteren van vocht- en voedingsintake in patiëntendossier en overdragen van aandachtspunten
 
Pijn en jeuk
  • Voorlichting geven over de inzet noodzaak van farmacologische- en niet- farmacologische interventies
  • Toepassen van adequate pijn- en jeuk-interventies, zowel farmacologisch als niet farmacologisch, passend bij de leeftijd van de zorgvrager
  • Bewaken van de bedoelde- en onbedoelde effecten en het zo nodig bijstellen van farmacologische- en niet-farmacologische interventies, in afstemming met de behoeften en wensen van de zorgvrager 
  • Rapporteren van uitkomsten observatieschalen, ingezette interventies t.a.v. pijn en jeuk in digitaal patiëntendossier en overdragen van aandachtspunten

Thermoregulatie
  • Zorg dragen voor een optimale omgevingstemperatuur, vochtigheidsgraad en andere relevante omgevingsfactoren ten behoeve van de veiligheid en het comfort van de zorgvrager met brandwonden
  • Observaties en interventies bij hypo- en hyperthermie-zorgvragers
  • Voorlichting geven over verstoorde thermoregulatie ten gevolge van de wonden
  • Uitvoeren van medisch beleid t.a.v. temperatuurregulatie
  • Rapporteren van trend uitkomsten, excitatie kenmerken, zweetproductie in patiëntendossier en overdragen van aandachtspunten

Psychosociale zorg
  • Toepassen van gespreksmethodieken en -technieken, afgestemd op de situatie- en aansluitend op de copingstijl van de zorgvrager en rekening houdend met de normen, waarden en ziektebeleving
  • Vaststellen van de behoefte aan steun en begeleiding
  • Stimuleren en motiveren met behulp van psycho-educatie
  • Voorlichting geven over de inzet- en aanbieden van farmacologische- en niet farmacologische interventies
  • Uitvoeren en bijstellen van farmacologische- en niet-farmacologische interventies in afstemming met de behoeften en wensen van de zorgvrager
  • Signaleren van kenmerken van gedragsproblematiek, begeleiden van de zorgvrager en zo nodig doorverwijzen, bijvoorbeeld bij (posttraumatische) stress verwerking, hevige angst of depressie
  • Bevorderen van sociaal contact om een isolement ten gevolge van de opname in het brandwondencentrum te voorkomen
  • Ondersteunen en begeleiden bij hernemen van zelfmanagement
  • In kaart brengen van de sociale omgeving en de draaglast versus draagkracht van de zorgvrager, om de (na)zorg op effectieve en efficiënte wijze te laten verlopen
  • Rapporteren van uitkomsten observatieschalen, ingezette interventies t.a.v. (acute) stressreacties, angst, slaap en aanpassingsstoornissen in patiëntendossier en overdragen van aandachtspunten

Gedrag

  • Initiëren en coördineren van overlegsituaties binnen het interprofessionele brandwondenteam ten behoeve van de geboden zorg als de situatie daarom vraagt
  • Verantwoordelijk opstellen in het hanteren van grenzen van eigen deskundigheid
  • Interprofessioneel samenwerken met onder andere de verpleegkundige, verpleegkundig specialist, fysio- ergotherapie, diëtiste, logopedie, voedingsassistent, arts, microbioloog, maatschappelijk werk, geestelijke verzorging, pedagoog en psycholoog ter (her)beoordeling beleid.
  • Tonen van professionele- en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager
  • Omgaan met spanningsvelden
  • Herkennen en bespreken van eigen emoties en die van anderen en weten wat voor invloed deze (kunnen) hebben op de eigen attitude en gedrag
  • Bewustwording dat het werk in het brandwondencentrum vanwege frequent voorkomende schokkende gebeurtenissen kan leiden tot posttraumatische stress
  • Evalueren van het effect van de ingezette interventies en het gegeven advies 
  • Reflecteren op de eigen bekwaamheid t.a.v. de zorgthema’s en zo nodig actie ondernemen om deze te verbeteren en nieuwe inzichten te integreren 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student, 4 maanden na start van het uitstroomprofiel OBV, deze kern EPA op supervisie niveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index