Zorg verlenen aan een (vitaal bedreigd) kind tot en met 18 jaar met (brand)wonden*

Code

AZ-opleiding-OBV-4

Type

kern

Omschrijving

*Onder wond verstaan we zowel brandwonden als andere specifieke wonden, zoals Toxische Epidermale Necrolyse (TEN) en necrotiserende wekedeleninfectie (NWDI)
 
Het betreft het verlenen van zorg aan een (vitaal bedreigd) kind tot en met 18 jaar met brandwonden
  • Principes Emergency Management Severe Burns (EMSB)
  • Vochtbehoefte acute en shockfase
  • Sedatie bij wond-, pré en postoperatieve zorg
  • Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek
  •  Psychologische zorgproblemen
  •  Kindermishandeling
  • (Na-)zorg

De activiteit omvat

  • Systematisch verzamelen van gegevens m.b.t. de zorgthema’s d.m.v. het bewaken, monitoren en interpreteren van gegevens met de ABCDE- systematiek en andere meetinstrumenten (klinisch redeneren) volgens de principes van de EMSB
    • speciale aandacht voor psychologische zorgproblemen en signalen kindermishandeling
  • Uitvoeren van zorg aan het kind met een bedreigd zorgthema veroorzaakt door de brandwonden en/of mogelijk inhalatieletsel
  • Vochtbehoefte in de acute fase (eerste 48 uur) en vochtbehoefte na de shockfase; shock preventie en resuscitatie
  • Sedatie en analgetica bij wondzorg en pré en postoperatieve zorg
  • Omgaan met en aansluiten bij de ontwikkeling van het kind en de behoeften van ouders/verzorgers en naasten, ook als kind en ouders/verzorgers/naasten onbegrepen gedrag laten zien
  • Zorg dragen voor effectieve (na)zorg aan het kind en diens ouders/verzorgers en naasten
  • Evalueren van het effect van- en zo nodig bijstellen van interventies ingezet tijdens de behandeling

Beperkingen

  • Beademd kind en inotropie (m.u.v. een reanimatiesetting of richtlijn van het ziekenhuis)
  • Verdenking van multitrauma

Voorwaardelijkheden

  •  De EPA kan worden afgerond wanneer de EPA’s ‘Basis Acute Zorg’ zijn toevertrouwd of wanneer er sprake is van een vrijstelling
  • De EPA kan worden afgerond wanneer Kern EPA 1, Zorg verlenen aan een zorgvrager met brandwonden of andere specifieke wonden is behaald
  • De EPA kan worden afgerond wanneer Kern EPA 2, Midden complexe zorg verlenen aan een zorgvrager met (brand)wond gerelateerde zorgproblemen is behaald

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

Principes van Emergency Management of Severe Burns (EMSB)
  • Scores en methodieken, zoals ABCDE, SBAR, GSC, PEWS, primary, FATT en secundary survey, PRILL lint
  • Anatomie, fysiologie en pathologie van aandoeningen die voorkomen bij een vitaal bedreigd kind op gebied van verstoorde zorgthema’s
  • Monitoring kind normale en afwijkende waarden van de vitale functies bij kinderen in de verschillende leeftijdsfasen
  • Spoedeisende aandoeningen en bijbehorende interventies bij vitaal bedreigde kinderen (bijv. shock, sepsis, benauwdheid)
  • Protocollen en richtlijnen vitaal bedreigd kind
  • Luchtwegmanagement
  • Oxygenatie en ventilatie problematiek bij kinderen
  • Zuurstof therapie zoals neusbril, neuskatheter, non rebreathing mask, venturi masker, optiflow
  • Neurologische controles, AVPU, EMV, pupilcontrole
  • Observatieschaal gericht op pijn en angstreductie
  • Richtlijnen overplaatsing en transport
 
Vochtbehoefte in de acute fase (eerste 48 uur) en vochtbehoefte na de shockfase; shock preventie en resuscitatie
  • Protocollen/richtlijnen t.a.v. het vochtbeleid van een kind bij opname
  • Intraveneuze en intra-ossale toediening
  • Kenmerken uitdroging en oedeem
 
Sedatie bij wondzorg, pré en postoperatieve zorg
  • Verschillende anesthesietechnieken, -middelen en -complicaties met daarbij behorende interventies bij het kind
  • Pijnprotocollen en/of sedatie protocollen
  • Protocollen pré- en postoperatieve zorg bij opvang kind voor en na een operatie
 
Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek;
  • Ontwikkelingspsychologie van het kind en de levensfasen van het opgroeiende kind
  • Normaal gedrag herkennen en afwijkend gedrag benoemen
  • Diverse spelmogelijkheden passend bij de leeftijd van het kind om het kind zo veel mogelijk kind te laten zijn tijdens het dikwijls geïsoleerde en langdurige verblijf in het brandwondencentrum
 
Psychologische zorgproblemen;
  • Angst en regressie, anticipatieangst, woede, depressie en apathie en eet- en slaapproblemen bij het kind
  • Herkennen van signalen van posttraumatische stress bij kinderen, ouders/verzorgers en naasten na een brandwondentrauma

Kindermishandeling;
  • Doel en begrippen ten aanzien van meldcode huiselijk geweld
  • Definiëring, signalen en specifieke kenmerken van letsel ten gevolge van kindermishandeling en/of verwaarlozing
  • Procedure bij het vermoeden van kindermishandeling en/of verwaarlozing
 
(Na-)zorg aan het kind, diens ouders/verzorgers en naasten
  • Coping strategieën van ouders/verzorgers en naasten in een acute situatie
  • Rechtspositie van het kind in Nederland
  • Wet- en regelgeving over beslissingsbevoegdheid bij kinderen in de verschillende leeftijdscategorieën
  • Aandachtspunten bij ontslag zoals genezen huid, blaren, littekens, pustels, pijn, jeuk, vermoeidheid, psychische klachten, zwemmen en zonnen 

Vaardigheden

Principes van Emergency Management of Severe Burns (EMSB)
  • Systematisch verzamelen van gegevens m.b.t. de zorgthema’s bij het vitaal bedreigde kind met brandwonden d.m.v. het bewaken, monitoren en interpreteren van gegevens met de ABCDE- systematiek en andere meetinstrumenten (klinisch redeneren) en hierover communiceren volgens de SBAR-methodiek
  • Observeren, bewaken en interpreteren van vitale functies zoals hartfrequentie, bloeddruk, capillaire refill, kleur en diurese
  • Op methodische wijze verpleegkundige zorg verlenen aan een kind met vitaal bedreigde brandwonden met in acht nemen van de verschillen t.a.v. de ademhaling, circulatie en het medische- en verpleegkundige beleid ten opzichte van een volwassene
  • Afstemmen van middelen en materialen op de grootte van het kind denkend aan masker, beademingsballon, thermometer, bloeddrukband, lengte en doorsnede van katheters en sondes
  • Toepassen van fixatiemogelijkheden rondom materialen die ondersteunend zijn aan het vitaal bedreigd kind zoals fixeren pleister, sonde, infuusslangen
 
Vochtbehoefte in de acute fase (eerste 48 uur) en vochtbehoefte na de shockfase: shock preventie en resuscitatie
  • Afstemmen van doseringen en toedieningswijze van gebruikte infuustherapie op de toestand, grootte en het gewicht van het kind
 
Sedatie bij wondzorg, pré- en postoperatieve zorg
  • Verlenen van préoperatieve zorg, controles vitale parameter, evt. infuustherapie en farmacologische interventies ter voorbereiding op de operatie
  • Opvangen van het kind postoperatief volgens de ABCDE-methodiek
  • Toedienen van analgetica en sedativa
  • Afstemmen van doseringen en toedieningswijze van de gebruikte medicatie op de toestand, grootte en het gewicht van het kind
 
Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek 
  • Aansluiten bij de leefwereld en het ontwikkelingsniveau van de patiënt
  • Toepassen van diverse spelmogelijkheden passend bij de leeftijd van het kind om het kind zo veel mogelijk kind te laten zijn tijdens het dikwijls geïsoleerde en langdurige verblijf in het brandwondencentrum
  • Signaleren van opvallend gedrag van het kind en ouders/verzorgers niet passend bij de ontwikkeling van het ‘normale kind’ of algemeen geldende omgangsregels om ondersteunend handelen door verschillende disciplines te kunnen verantwoorden
 
Psychologische zorgproblemen
  • Afnemen en interpreteren van observatieschalen m.b.t. pijn en angst toegespitst op de leeftijd van het kind
  • Begeleiden van het kind en ouders/verzorgers en naasten bij zorgproblemen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied
  • Toepassen van gesprekstechnieken op het niveau van het kind en de ouders/verzorgers en naasten
 
Kindermishandeling
  • Vroegtijdig herkennen van specifieke aanwijzingen voor kindermishandeling bij kinderen met brandwonden door middel van een (anamnese-)gesprek en lichamelijk onderzoek/wondinspectie
  • Beargumenteren van het vermoeden van kindermishandeling aan de hand van vastgestelde meldcode
  • Signaleren en rapporteren van het vermoeden van kindermishandeling en verwaarlozing en handelen volgens de geldende richtlijnen (meldcode)
  • Rapporteren van vermoeden kindermishandeling door beschrijven van feitelijke observaties van gedrag
 
(Na)zorg aan het kind en diens ouders/verzorgers en naasten
  • Bevorderen van ouder/verzorgers- en familieparticipatie
  • Beoordelen van informatiemateriaal op geschiktheid voor de diverse doelgroepen en leeftijden
  • Ondersteunen van faciliteiten t.a.v. onderwijs op afstand tijdens verblijf in het brandwondencentrum
  • Voorbereiden van het kind en de ouders/verzorgers en naasten op het ontslag
  • Voorlichting geven over aandachtspunten bij ontslag zoals genezen huid, blaren, littekens, pustels, pijn, jeuk, vermoeidheid, psychische klachten, zwemmen en zonnen
  • Voorlichten van kind en ouders /verzorgers en naasten over de lopende projecten met betrekking tot de nazorg
  • Organiseren en vastleggen van verpleegkundige nazorg aan een kind met brandwonden

Gedrag

  • Tonen van verpleegkundig leiderschap op voortgang medisch en verpleegkundig beleid
  • Verantwoordelijk opstellen in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerd verpleegkundige in een brandwondencentrum en vraagt tijdig om assistentie 
  • Tonen van professionele- en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interprofessioneel)
  • Tonen van professionele en respectvolle omgang met kind en ouders
  • Vermijden van vakjargon richting het kind en ouders/verzorgers en naasten
  • Inschatten van eigen behoefte aan psychosociale zorg in en hulp vragen bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen
  • Adequaat samenwerken met (externe- en interne) professionals tijdens calamiteiten
  • Evalueren van het effect van de ingezette interventies en het gegeven advies
  • Ontwikkelen door kritisch te reflecteren op het eigen handelen t.a.v. de ontwikkelingsfasen van het kind. En deze nieuwe inzichten integreren in praktijksituaties 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student, 7 maanden na start van het uitstroomprofiel OBV, deze kern EPA op supervisie niveau 4 toevertrouwd kan worden.
Edit | Back to EPA index