Zorg verlenen aan een zorgvrager met (brand)wonden* en psychiatrische- en/of cognitieve problematiek

Code

AZ-opleiding-OBV-6

Type

kern

Omschrijving

*Onder wond verstaan we zowel brandwonden als andere specifieke wonden, zoals Toxische Epidermale Necrolyse (TEN) en necrotiserende wekedeleninfectie (NWDI)
 
Het betreft een zorgvrager die door psychiatrisch- en/of cognitieve problematiek, of een persoonlijke crisissituatie, brandwonden oploopt of die naar aanleiding van opgelopen brandwonden psychiatrische- en/of cognitieve problematiek ontwikkelt.

De activiteit omvat

  • Afnemen van een (hetero-)anamnese specifiek gericht op beleving, kwetsbaarheid, mantelzorg en zingeving
  • Met behulp van klinisch redeneren plannen, uitvoeren en evalueren van interventies, preventie-activiteiten, begeleiding en ondersteuning van de psychiatrische- en/of cognitieve problematiek
  • Observeren en signaleren van het psychosociale welzijn van de zorgvrager, familie en naasten, rekening houdend met hun normen, waarden en ziektebeleving
  • Observeren en signaleren van kenmerken van gedragsproblematiek op functioneel, somatisch, psychisch en sociaal niveau en maatregelen nemen om deze te voorkomen, dan wel te beperken
  • Indien van toepassing uitvoeren van de wet ‘zorg en dwang’ en handelen binnen het juridisch kader
  • Signaleren van- en handelen bij ethische dilemma’s
  • Herkennen van de complexiteit van de zorgsituatie en beoordelen van de noodzaak tot inzetten van deskundigheid of specifieke kennis van de betrokken disciplines
  • Inschakelen van de juiste disciplines op het juiste moment. Hierbij de eigen regie van de zorgvrager zo veel mogelijk als vertrekpunt nemen
  • Ondersteuning en begeleiding bieden bij het hernemen van het zelfmanagement en het leren omgaan met eventuele beperkingen en gewenning aan een veranderde situatie. Hierbij rekening houden met de copingstijl en de draagkracht/draaglast van de zorgvrager en diens naasten
  • Evalueren van het effect van interventies en zo nodig bijstellen van interventies ingezet tijdens de behandeling

Beperkingen

Het betreft hier de volwassen zorgvrager

Voorwaardelijkheden

  • De EPA kan worden afgerond wanneer de EPA’s ‘basis acute zorg’ zijn toevertrouwd of wanner er sprake is van een vrijstelling
  • De EPA kan worden afgerond wanneer EPA 2 - Midden complexe zorg verlenen aan een zorgvrager met (brand)wond gerelateerde zorgproblemen is toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

  • Psychiatrische en cognitieve problematiek zoals symptomen en gevolgen van: delier, bipolaire stoornis, aan autisme verwante problematiek, depressie, psychose, borderline, schizofrenie, dementie, automutilatie, tentamen suïcide
    • Signalen (en symptomen) van automutilatie en een poging tot zelfdoding
    • Risicofactoren bij deze patiëntencategorie
    • Het feit dat een percentage van de zorgvragers met brandwonden letsel oploopt (vaak door automutilatie of poging tot zelfdoding), al dan niet met de dood tot gevolg
  • Kennis over: kwetsbaarheid, levensfasen van de mens, principes van zelfmanagement, agressie en copingstijlen
  • Verschillen tussen: de zorgvrager met een verstandelijke beperking, de geriatrische- en de psychiatrische zorgvrager
  • Redeneerhulpen zoals bijv. SCEGS, 5-assen horend bij de geriatrie en de DOSS, om de psychiatrische-en cognitieve problematiek te monitoren
  • Risico’s voor gedragsproblematiek bij kwetsbare zorgvragers na het oplopen van brandwonden en een opname (VMS)
  • Doel en begrippen ten aanzien van Meldcode huiselijk geweld: partner- en ouderen mishandeling
    • Definiëring, signalen en specifieke kenmerken van letsel ten gevolge van mishandeling en/of verwaarlozing
    • Procedure bij het vermoeden van mishandeling en/of verwaarlozing
  • Werking, bijwerking en passende interventies wat betreft de farmacologische- en niet-farmacologische behandeling bij psychiatrische- en cognitieve problematiek
  • Toepassingen in een zorgsetting vanuit de Wet Zorg en Dwang, WGBO en andere wettelijke kaders zoals bijv. Inbewaringstelling (IBS) en Rechtelijke Machtiging (RM)
  • Maatregelen zoals bijv. vrijheidsbeperkende interventies (VBI) die kunnen worden toegepast om de veiligheid van de zorgvrager en diens naasten te waarborgen, bij opname en tijdens verblijf, hierbij rekening houdend met de specifieke context van de zorgvrager
  • Benaderingswijze en gesprekstechnieken passend bij de problematiek gedurende de opname
  • Functie-inhoud van het werkgebied van de psychiater en geriater en eventuele andere deskundigen die betrokken zijn bij zorgvragers met genoemde psychiatrische- en/of cognitieve stoornissen
  • De (persoonlijke) grenzen van het verpleegkundig domein met betrekking tot bovengenoemde psychiatrische- en cognitieve problematiek, en beargumenteren wanneer andere disciplines ingeschakeld moeten worden
  • Begrip sociale kaart/netwerken
  • Richtlijnen behandelbeperking en overlijden van de zorgvrager met brandwonden in de acute fase

Vaardigheden

  • Observeren van specifieke kenmerken en systematisch verzamelen van gegevens die passen bij de meest voorkomende psychiatrische- en cognitieve problematiek o.a. met redeneerhulpen
    • Inschakelen andere disciplines
    • Signaleren symptomen van automutilatie of een poging tot zelfdoding, maakt dit bespreekbaar met de zorgvrager, rapporteert en communiceert hierover binnen het interdisciplinaire team
  • Formuleren van verpleegkundige diagnoses met betrekking tot de genoemde psychiatrische- en/of cognitieve stoornissen en opstellen van een passend verpleegplan
    • Ontwikkelen en uitvoeren van (op preventie-) gerichte interventies om bijvoorbeeld vermijdbare schade, zoals: vallen, delier, functionele achteruitgang te voorkomen
    • Nemen van passende maatregelen met betrekking tot de veiligheid van de zorgvrager en diens omgeving, bij opname en tijdens verblijf en hierover communiceren op passende wijze met de zorgvrager en zijn naasten
    • Analyseren van situatie (draagkracht-draaglast) met zorgvrager en netwerk (mantelzorger of informeel netwerk)
    • Inventariseren van draagkracht mantelzorger(s) en hen betrekken bij planning, uitvoering en evaluatie van zorg; begeleiden en instrueren
    • Formuleren van een dagprogramma ten behoeve van de draagkracht en -last
    • Ondersteunen van de zorgvrager bij besluitvorming met behulp van shared decision making
    • Integreren op welke wijze culturele achtergronden/wensen van zorgvrager en naasten passen in verpleegplan
  • Herkennen uitdagingen in de communicatie, zoals omgaan met moeilijke situaties als weerstand, heftige emoties en lastige interactiepatronen, rekening houdend met de mogelijkheden van de zorgvrager
    • Toepassen van gesprekstechnieken, passend bij de patiënt en het niveau van communicatie: luisteren, (open) vragen stellen, doorvragen, samenvatten en parafraseren, spiegelen en gevoelsreflecties
  • Bespreekbaar maken van het bereiken van de (persoonlijke) grenzen van het verpleegkundig domein en desgewenst organiseren van een psychosociaal overleg, bijvoorbeeld bij emotionele en schokkende gebeurtenissen en ethische dilemma’s
  • Informeren en ondersteunen van de zorgvrager, familie en naaste(n) bij het niet starten of stoppen van de behandeling, waarbij de zorgvrager komt te overlijden

Gedrag

  • Tonen van verpleegkundig leiderschap op voortgang medisch- en verpleegkundig beleid
  • Zich verantwoordelijk stellen voor het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerd verpleegkundige t.a.v. psychiatrische en cognitieve problematiek en tijdig om assistentie vragen 
  • Tonen van professionele- en respectvolle omgang en empathisch opstellen naar de zorgvrager, zijn naasten en betrokken collega’s
  •  Adequaat samenwerken met (externe- en interne) professionals gedurende opname, verblijf en nazorg
  •  Eigen behoefte aan psychosociale zorg inschatten en hulp vragen bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen
  •  Evalueren van het effect van de ingezette interventies en het gegeven advies
  • Ontwikkelen door kritisch te reflecteren op het eigen handelen in die situaties waarbij gedrag van de zorgvrager moeilijk begrepen wordt en omgang van de verpleegkundige met deze zorgvrager aandacht vraagt en deze nieuwe inzichten integreren 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student, 7 maanden na start van het uitstroomprofiel OBV, deze kern EPA op supervisie niveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index