Assisteren van anesthesietechnieken bij de (preoperatieve) zorgvrager

Code

AZ-opleiding-REC-1

Type

kern

Omschrijving

Het betreft het verlenen van preoperatieve zorg aan een zorgvrager die
voorbereid wordt op een chirurgische ingreep dan wel onderzoek waarbij
anesthesie wordt toegepast. Belangrijk hierbij is om te kunnen assisteren bij
het toepassen van de verschillende locoregionale anesthesie technieken (bijv.
perifere zenuwblokkades, paravertebraal blok, epiduraal).

De activiteit omvat

• Plannen en coördineren van de zorg
• Voorbereiden op de algehele anesthesie
• Voorbereiden op het assisteren bij een locoregionale analgesie (klaarzetten
van materialen)
• Informeren van de zorgvrager over de procedure
• Gegevens voor, tijdens en na de procedure verzamelen (overdracht,
anamnese, monitoring)
• Assisteren bij locoregionale anesthesie technieken
• Bewaken van de gezondheidstoestand van de zorgvrager
• Analyseren en interpreteren van de bewakingsgegevens
• Signaleren van onvoorziene en kritieke situaties
• Evalueren van resultaten van de toegepaste locoregionale anesthesie
• Rapporteren en overdragen van de zorg

Beperkingen

• Tot deze activiteit behoort niet het verlenen van pre-operatieve zorg aan
het kind

Voorwaardelijkheden
• De EPA kan worden afgerond wanneer de EPA’s van Basis Acute Zorg zijn
toevertrouwd

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Anatomie, fysiologie in relatie tot de (locoregionale) anesthesie
• Indicaties en contra-indicaties (locoregionale) anesthesie technieken
• Complicaties bij (locoregionale) anesthesie en bijbehorende interventies
• Farmocokinetiek en farmacodynamiek van lokale anesthetica
• Lokale anesthesietechnieken (oppervlakte anesthesie, infiltratie anesthesie)
• Perifere zenuwblokkades (zoals perifere zenuwblokkade van de bovenste en
onderste extremiteit, paravertebraal blok, intraveneuze regionaal
anesthesie, neuraxiale blokkades)
• Bewaking vitale functies bij locoregionale anesthesie
• Variaties vitale parameters ten gevolge van onderliggende ziektebeeld in
combinatie met de locoregionale anesthesietechniek
• Richtlijnen en behandelingsprotocollen zoals in de praktijk worden gebruikt
(bijv. steriel werken)
• Benodigde materialen en middelen en steriel werken

Vaardigheden

• Op methodische wijze gegevens verzamelen en op basis van de
geconstateerde gezondheidsproblemen de urgentie bepalen
• Bewaken en monitoren van de vitale functies
• Interpreteren van de verzamelde gegevens en hieruit een (verpleegkundige)
werk- en differentiaaldiagnose formuleren
• De gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële)
gezondheidsproblemen verklaren vanuit de pathofysiologie van de
(werk)diagnose
• Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op
basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling
• Assisteren en begeleiden bij onderzoek en behandeling van de
preoperatieve zorgvrager (locoregionale anesthesie)
• Proactief samenwerken met de anesthesioloog
• Instructie en uitleg geven aan de zorgvrager
• Apparatuur bedienen volgens geldende richtlijnen
• Variaties van vitale parameters in verband brengen met karakteristieken
van de patiënt of kenmerken van het onderliggend ziektebeeld en met het
uitvoeren van een locoregionale anesthesietechniek
• Onvoorziene en kritieke situaties ten gevolge van locoregionale anesthesie
signaleren
• Interventies uitvoeren op basis van prioriteiten en deze motiveren
• Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager
• Bijdragen aan een goede samenwerking en afstemming met de
verschillende disciplines

Gedrag

• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun
naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s
(interdisciplinair)
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen
deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg
vraagt tijdig om assistentie
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij
verwerking van traumatiserende gebeurtenissen 
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo
nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau


Dit is een kern-EPA. De EPA kan aan de student na de BAZ toevertrouwd
worden op supervisieniveau 4. De duur wordt bepaald door de werkcontext en
de individuele student.

Edit | Back to EPA index