Zorg verlenen aan een postoperatief kind tot 2 jaar

Code

AZ-opleiding-REC-6

Type

basis

Omschrijving

Het betreft de (middencomplexe) postoperatieve zorg voor een kind tot 2 jaar
zonder comorbiditeit en diens naasten na een kleine chirurgische operatie op
de recovery.

Andere aspecten die de postoperatieve zorg “midden” complex maken:
•De kans op risicovolle complicaties is aanwezig, maar ligt niet in de lijn
der verwachtingen;
•Actuele en/of erfelijke aandoeningen (somatisch, sociaal en/of
psychisch) kunnen van invloed zijn op de stabiliteit;
•Er zijn maximaal 2 specialismen/ketenpartners als hoofdbehandelaar
betrokken bij de directe zorg;
•De zorgvrager kan gezien de leeftijd en/of cognitieve beperking
veranderingen beperkt signaleren en/of hierop beperkt reageren;
•Er zijn meerdere verpleegtechnische interventies nodig;
•Naasten/ouders behoeven enige begeleiding;
•Communicatie verloopt adequaat, maar kan enigszins bemoeilijkt
worden door uiteenlopende factoren (leeftijd, oplopende emoties,
taalbarrière, culturele achtergrond, cognitieve beperking, fysieke
beperking). 

De activiteit omvat

•Plannen en coördineren van de opname en de zorg;
•Systematische verzamelen van gegevens;
•Bewaken en monitoren van vitale functies;
•Analyseren en interpreteren van de bewakingsgegevens;
•Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose;
•Uitvoeren van zorg en (risicovolle) verpleegtechnische handelingen;
•Tijdig signaleren van onvoorziene, kritieke situaties (interventies
bepalen);
•Evalueren van reacties na toegepaste interventies en het zo nodig
bijstellen;
•Informeren, instrueren en begeleiden kind en naasten;
•Samenwerken en afstemmen met collega’s en andere disciplines (daar
waar nodig (tijdig) inschakelen van hulp);
•Rapporteren en overdragen van zorg; 

Beperkingen

Tot deze activiteit behoort niet:
•Opvang vitaal bedreigd kind;
•Hoogcomplexe postoperatieve zorg verlenen aan een kind van 0-16 jaar.

Voorwaardelijkheden
De kern EPA’s van het uitstroomprofiel recoveryverpleegkundige zijn
toevertrouwd.

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Anatomische en fysiologische aspecten bij kinderen tot 2 jaar (met name op
het gebied van de ademhaling, circulatie en samenhang met andere
orgaansystemen)
• Ontwikkelingsfasen van een kind tot 2 jaar
• Methodieken om op systematische wijze gegevens te verzamelen en te
communiceren (bijv. ABCDE, AMPLE, SBARR), methoden voor risico
inschatting, vroeg signalering en probleemherkenning (bijv. PEWS)
• Wijze van beoordelen van bewustzijn, circulatie, ademhaling, spieractiviteit
en de kleur van het kind in de verschillende levensfasen en/of met fysieke
beperkingen
• Normaalwaarden van vitale functies bij kinderen gerelateerd aan leeftijd
• Fysiologie, observatie, meetinstrumenten en behandeling van pijn bij
kinderen tot 2 jaar
• Algehele en regionale anesthesietechnieken bij kinderen en de
postoperatieve zorg
• Postoperatieve complicaties en interventies
• Communicatie met kind en naasten
• Farmacokinetiek en farmacodynamiek bij kind tot 2 jaar (doseringsschema
gerelateerd aan leeftijd/ gewicht)
• Medisch rekenen (bijv. oplossingen, verdunningen)
• PBLS
• Luchtwegmanagement bij kinderen tot 2 jaar (postoperatieve
luchtwegproblemen)

Vaardigheden

• Inrichten/klaarmaken werkplek voor de opvang van een
postoperatieve kind tot 2 jaar
• Bewaakt de relevante parameters in relatie tot het ziektebeeld, de
aard van de (chirurgische) ingreep, de anesthesietechniek én de
levensfase van het kind (bijv. stelt de alarmgrenzen passend bij de
situatie in);
• Verzamelt op methodische wijze gegevens en bepaalt op basis van de
geconstateerde gezondheidsproblemen de urgentie;
• Interpreteert de verzamelde gegevens en kan hieruit een
verpleegkundige werk diagnose formuleren;
• Geeft de juiste prioriteiten aan binnen de planning en coördinatie van
werkzaamheden; 
• Maakt bij de keuze en planning van interventies een afweging met
"doel-effect-risico";
• Inventariseert (potentiële) risico’s voor (vitale) lichaamsfuncties op
basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling;
• Vult scorelijsten met betrekking tot pijn, neurologische controles in
relatie tot de aandoening/operatie;
• Herkent en behandelt angst en pijn (angstreductietechniek);
• Maakt de medicatie klaar voor toediening (bijv. oplossingen en
verdunningen) m.b.v. doseringsschema en kan deze op de juiste wijze
toedienen;
• Signaleert en reageert tijdig op (dreigende)
gezondheidsveranderingen;
• Draagt zorg voor een vrije ademweg en kan waar nodig verschillende
non-invasieve beademingstechnieken op de juiste wijze toepassen;
• Informeert , instrueert en begeleidt het kind en de ouder(s)
/verzorgers/ naasten
• Herkent knelpunten in de communicatie en kan omgaan met moeilijke
situaties als cognitieve beperkinge, weerstand, heftige emoties en
lastige interactiepatronen;
• Creëert een veilige omgeving waarin het kind zich comfortabel voelt,
rekening houdend met privacy;
• Geeft m.b.v. scoringslijst aan wanneer het kind ontslagen kan worden;
• Hanteert de uitgangspunten van SBAR-methodiek bij overdracht en
consultatie.

Gedrag

• Draagt bij aan samenwerking binnen het team op inhoud en proces
• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun
naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van het kind
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s
(interdisciplinair)
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen
deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg
vraagt tijdig om assistentie
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij
verwerking van traumatiserende gebeurtenissen
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo
nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau


Dit is een specifieke EPA. De EPA kan aan de student na de opleiding (BAZ en
kern EPA’s) toevertrouwd worden op supervisieniveau 4. De duur wordt
bepaald door de werkcontext en de individuele student.
Edit | Back to EPA index