De laagcomplexe zorg verlenen aan een zorgvrager binnen de acute setting

Code

baz-3

Type

basis

Omschrijving

Het betreft de totale zorg aan de zorgvrager in de laag complexe zorgsituatie binnen de acute sector.

Kenmerken laagcomplexe zorg
• De gezondheidstoestand van de zorgvrager is stabiel: deze wisselt nauwelijks en is voorspelbaar
• De vitale functies van de zorgvrager worden bewaakt en behoeven geen intensieve ondersteuning
Andere kenmerken die de zorgsituatie laagcomplex maken
• De kans op risicovolle complicaties is zeer klein
• Ingestelde therapie behoeft geen bijstelling
• Actuele aandoeningen (somatisch, sociaal en/of psychisch) hebben geen invloed op stabiliteit
• Er is één hoofdspecialist/ketenpartner bij de directe zorg betrokken
• De zorgvrager kan veranderingen zelf signaleren
• Er zijn slechts enkele verpleegtechnische interventies nodig
• Communicatie met de zorgvrager en/of naasten verloopt adequaatSpecifiek AMBU
• Eenduidige werkdiagnose en daarmee samenhangend protocol ontbreekt
• Er vindt geen overdracht van zorg plaats aan een ketenpartner zodat de
verantwoordelijkheid rondom besluitvorming bij de ambulanceverpleegkundige als eerst betrokken hulpverlener blijft liggen (bijv. EHGV)

De activiteit omvat

• Systematisch verzamelen van gegevens
• Uitvoeren van lichamelijk onderzoek
• Bewaken en monitoren van vitale functies
• Analyseren en interpreteren van gegevens
• Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose
• Uitvoeren van zorg en waar nodig bijstellen
• Plannen en coördineren van verpleegkundige zorg
• Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten
• Samenwerken met collega’s en andere zorgverleners; waar nodig (tijdig)
inschakelen van hulp
• Evalueren en rapporteren van zorg

Beperkingen

Tot deze activiteit behoort niet de zorg aan de volgende patiëntcategorieën:
• Baby/kind (voor de AMBU geldt deze beperking niet)
• Zorgvrager met invasieve bewaking
• SEH: zorgvrager na trauma
• REC: ASA 3,4 en 5 patiënten

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

  • Methodieken om op systematische wijze de zorg over te dragen
• Methodieken om op systematische wijze gegevens te verzamelen (bijv. ABCDE, AMPLE), risico inschatting, vroeg signalering en
probleemherkenning
• Meetinstrumenten voor pijn en delier en bijbehorende interventies
• Basis m.b.t. anatomie, fysiologie, pathologie, en de orgaansystemen (respiratoir-, circulatoir-, neurologisch-, afweer-, thermoregulatie-, digestief, zintuigelijke-, endocrien-, urogenitaal-, hemostatisch systeem)
• Farmacodynamiek en farmacokinetiek
• Bewaking en monitoring vitale functies
• Ritme en geleidingstoornissen van het hart
• Vitale parameters en variaties hierop passend bij de laagcomplexe zorgvrager en het onderliggende ziektebeeld
• Richtlijnen, behandelingsprotocollen en standaarden zoals in de werkpraktijk worden gebruikt

Voor de AMBU geldt dat er vereiste kennis is over bovenstaande items ook gericht op zuigeling /kind.

Vaardigheden

• Op methodische wijze gegevens verzamelen (lichamelijk onderzoek uitvoeren en metingen verrichten)
• Bewaken en monitoren van de vitale functies
• Analyseren en interpreteren van de verzamelde gegevens en een (verpleegkundige) werkdiagnose stellen
• Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling
• Gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële) gezondheidsproblemen vanuit de pathofysiologie van de (werk)diagnose verklaren
• Prioriteren binnen de planning van werkzaamheden
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doel-effect-risico’
• Volgens standaarden, richtlijnen en protocollen werken passend bij de functionele verantwoordelijkheid en/of hier beargumenteerd van afwijken als de wensen van de zorgvrager of eigen professionele of morele afwegingen daartoe aanleiding geven
• Signaleren van en (tijdig) reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen
• Beslissingen nemen die de (uitvoer van) zorg van de zorgvrager aangaan volgens de principes van informed consent
• Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten
• Overdragen en consulteren volgens de uitgangspunten van de SBAR-methodiek

Gedrag

• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair)
• Verantwoordelijk in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg en vraagt tijdig om assistentie
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student na 1⁄2 jaar van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden.
Edit | Back to EPA index