Zorgdragen voor Post Intensive Care nazorg

Code

ic-10

Type

basis

Omschrijving

Het betreft hier het verlenen van nazorg aan een patiënt (en naasten) die langdurig intensive care zorg nodig heeft gehad en hiervan nog hinder ondervindt op cognitief (kennis opnemen en verwerken, denken, geheugen, praten), lichamelijk (spierzwakte) of psychisch gebied (angst, depressie, posttraumatisch stresssyndroom). Dit kan al tijdens een intensive care behandeling tot uiting komen, zoals op de IC-verworven spierzwakte. 

De activiteit omvat

 • Bieden van post ic-nazorg aan zorgvragers en naasten post IC 
 • Bewaken van de (lichamelijk, psychisch en sociaal) gezondheidstoestand van de zorgvrager 
 • Informeren en begeleiden van zorgvrager en naasten 
 • Uitvoeren van interventies ter voorkoming van PICS (bijv. vroege mobilisatie) 
 • Evalueren effect van verrichte interventies en indien nodig bijstellen beleid 
 • Anticiperen op mogelijke veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager
 • Afstemmen van benodigde zorg met betreffende disciplines 
• Rapporteren en overdragen van de zorg 

Beperkingen

 Voorwaardelijkheden:
• De EPA’s ‘Basis Acute Zorg’ zijn toevertrouwd 
• Kern EPA’s IC zijn toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

 • Methoden voor verzamelen van gegevens, risico inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning
 • Anatomie, fysiologie, pathologie, farmacologie en de samenhang van de betrokken orgaansystemen bij volwassenen
 • Ontstaan en gevolgen (bijv. beademing en weanen, sepsis, delier) van Post Intensive Care Syndroom (PICS) en Post Intensive Care Syndroom- Family (PICS-F) 
 • Revitalisatie en revalidatie
 • Belang van complementaire zorg
 • Delier
 • Communicatie-ondersteunende toepassingen op de IC (bijv. dagboek, persoonlijke mindmap, voice app) 

Vaardigheden

 • Gegevens verzamelen en (potentiële) risico`s voor PICS inventariseren gerelateerd aan de onderliggende (werkdiagnose) en ingezette behandeling 
• Analyseren van de gegevens over de gezondheidssituatie en variaties van de parameters in verband brengen met factoren passend bij de patiënt (karakteristieken) of het onderliggende ziektebeeld (ABCDE-methodiek, het revalidatieplan, de sociale context en de cognitieve en de affectieve functies) 
• De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’ 
• Beslissingen nemen die de (uitvoer van) zorg van de zorgvrager aangaan volgens de principes van informed consent 
• Passende acties uitvoeren, rekening houdend met het therapeutisch proces van de patiënt en diens naasten 
• De benodigde zorg afstemmen met betreffende disciplines (denk aan dagprogramma) 
• Anticiperen op mogelijke veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager, proactief als de situatie daarom vraagt • Methodisch overdragen aan andere hulpverleners (bijv. acute verslechtering, dienstoverdracht, MDO, etc.) 
• Informeren en begeleiden van de zorgvrager en naasten en hen voorbereiden op ontslag (rekening houdend met sociale en maatschappelijke veranderingen, nazorgpoli, patiëntenvereniging post intensive care) 
• Aandacht besteden aan signalen van familie, en hierbij zo nodig andere disciplines inschakelen (informeren huisarts/ inschakelen maatschappelijk werk of psychologische hulp 

Gedrag

• Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager 
• Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair) 
• Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie 
• Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen 
• Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

 Dit is een specifieke EPA. De verwachting is dat de student na de opleiding (BAZ en kern EPA’s) de EPA toevertrouwd kan worden op supervisieniveau 4. 
Edit | Back to EPA index