Zorgdragen voor een chronische stabiele hemodialysezorgvrager, intra-en extramuraal

Code

LZ-DIA-1

Type

kern

Omschrijving

Deze EPA is voor de dialyseverpleegkundige én voor de dialyse-assistent. 

De activiteit omvat

• Afnemen van een (hetero)anamnese specifiek gericht op langdurige nefrologische aandoening, zorgbehoefte, kwetsbaarheid en dagelijks leven
• Met behulp van klinisch redeneren opstellen van een verpleegplan voor de chronische stabiele hemodialysezorgvrager met een hoge mate van voorspelbaarheid*
• Voorbereiden op, voorlichten en instrueren bij, uitvoeren van, begeleiden en nazorg bieden bij een chronische stabiele hemodialysebehandeling met hoge en redelijke mate van voorspelbaarheid*
• Instructie en begeleiding bieden bij aanpassing en continuering van leefstijl- en voedingsvoorschriften
• Observeren zorgvragers, risico’s signaleren; handelend optreden, indien nodig hulp inroepen van een dialyseverpleegkundige
• Onderhouden langdurige therapeutische relatie en bieden van psychosociale zorg gericht op de zorgvrager endiens naasten
• Omgaan met en bespreken van ethische dilemma’s
• Overdragen van zorg aan collega’s in de instelling en binnen het netwerk
• Inbrengen van expertise in het multidisciplinair team: kennis overdragen, advies en instructie geven en begeleiden van collega’s

*Zie complexiteitsschema (in de CZO-opleidingseisen) voor mate van
voorspelbaarheid

Beperkingen

• Tot deze activiteit behoort niet de zorg aan zorgvragersjonger dan 18 jaar

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Anatomie, fysiologie en pathologie nierstelsel en circulatie
• Psychologische en psychosociale effecten van langdurige hemodialyse
• Protocollen en procedures dialysezorg
• Leefstijl en voeding bij nierinsufficiëntie
• Hygiëne en infectiepreventie in relatie tot dialysezorg
• Ethische dilemma’s, methodiek en herkenning

Vaardigheden

• Bedienen van en omgaan met dialysegerichte medische apparatuur
• Aanprikken van een laagcomplexe shunt, shuntclassificatie 1 en 2
• Communicatieve vaardigheden, motiverende gespreksvoering
• Voorlichting en instructie geven, leereffect verifiëren
• Verpleegkundig leiderschap tonen op gebied van innovatie, kwaliteit, coördinatie van zorg, kennisoverdracht en begeleiding van het team

Gedrag

• Is gericht op bevordering zelfredzaamheid van de zorgvrager
• Toont empathie
• Is geduldig
• Is alert op risico en complicaties
• Fungeert als rolmodel

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan
worden:
• dialyseverpleegkundige drie maanden na de start van de opleiding;
• dialyse-assistent aan het einde van de opleiding. 

Edit | Back to EPA index