Zorgdragen voor psychogeriatrische en de gerontopsychiatrische patiënt

Code

LZ-GER-3

Type

specifiek

Omschrijving

Vastgesteld juni 2021, aanscherping op eindproduct fase A 2020

Psychogeriatrische patiënten zijn oudere patiënten met (vormen van) dementie. Gerontopsychiatrische patiënten zijn oudere patiënten met (tijdelijke/ chronische) psychiatrische aandoeningen, zoals depressie of angststoornissen.

De activiteit omvat

  • Afnemen van (hetero)anamnese, o.a. met behulp van klinimetrie 
  • Met patiënt en netwerk (mantelzorger of informeel netwerk) analyseren van situatie (draagkracht – draaglast)
  • Inventariseren van draagkracht mantelzorger(s) en hen betrekken bij planning, uitvoering en evaluatie van zorg; begeleiden en instrueren
  • Ondersteunen van de patiënt en mantelzorger bij besluitvorming met behulp van shared decision making
  • Op basis van klinisch redeneren een zorgleef-, revalidatie- of verpleegplan maken 
  • Plannen, uitvoeren en toepassen van therapeutische interventies; evalueren van begeleiding, ondersteuning en zorg voor de patiënt met 
    onbegrepen/probleem gedrag
  • Voorkomen van vermijdbare schade (zoals delier, vallen, ondervoeding, risicovol gedrag) 
  • Signaleren noodzaak en/of behoefte aan advanced care planning en deze in gang zetten van
  • Signaleren van en handelen bij ethische dilemma’s 
  • Uitvoeren van de wet ‘zorg en dwang’ 
  • Coördineren van zorg en fungeren als casemanager 
  • Overdragen van zorg aan collega’s in de instelling en binnen het netwerk
  • Inbrengen van gespecialiseerde verpleegkundige psychogeriatrische expertise in het multidisciplinair team: kennis overdragen, advies en 
    instructie geven en begeleiden van collega’s 

Beperkingen

-

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

  • Kenmerken van de psychogeriatrische patiënt (belangrijkste vormen van dementie) 
  • Kenmerken van de gerontopsychiatrische patiënt (zoals delier, depressie, schizofrenie)
  • Gedrags- en stemmingsproblematiek (zoals onbegrepen gedrag, destructief gedrag, agressie) van de psychogeriatrische en 
    gerontopsychiatrische patiënt
  • Somatische problematiek van de psychogeriatrische en gerontopsychiatrische patiënt (zoals lichamelijke verwaarlozing, vocht- en voeding, incontinentie, dag- en nachtritme, therapietrouw)
  • Functionele problematiek van de psychogeriatrische en gerontopsychiatrische patiënt (ADL/IALD, mobiliteit, communicatie) 
  • Psychosociale en psychotherapeutische interventies (belevingsgerichte zorg, reactivering, plezierige activiteiten methode, video 
    interactiemethode etc.)
  • Juridisch kader zoals Wet zorg en dwang
  • Sociale kaart en netwerk 

Vaardigheden

  • Voorlichten, instrueren van de patiënt en omgeving (naasten en/of collega’s) 
  • Ondersteunen van de patiënt en/of naasten met behulp van shared decision making 
  • Meetinstrumenten/klinimetrie (bijvoorbeeld CGA en/of SFMPC) toepassen
  • Handelen binnen het juridisch kader
  • Samenwerken en overdragen in het formele en informele zorgnetwerk 
  • Coördineren van zorg en casemanagement 
  • Verpleegkundig leiderschap op gebied van innovatie, kwaliteit (EBP), coördinatie van zorg en coachen van het team 
  • Diverse benaderingswijzen kunnen toepassen bij cognitieve en/of psychische problematiek om in contact te komen en/of blijven met 
    de patiënt 

Gedrag

  • Heeft oog voor wijzigingen in de situatie van de patiënt en houdt de focus op de wens van de patiënt waarbij uitgegaan wordt van 
    gezondheid en mogelijkheden
  • Toont een open houding, is toegankelijk, gericht op het welbevinden van de patiënt en diens netwerk 
  • Ziet en plaatst de patiënt in het gehele levens-/verouderingsproces 
  • Is gericht op stabilisering, acceptatie en comfort
  • Is alert op ethische dilemma’s en maakt deze bespreekbaar 
  • Erkent het chronisch karakter van ziek zijn en de gevolgen daarvan op kwaliteit van leven van de patiënt en zijn naasten

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student aan het einde van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index