Zorgdragen voor de oncologische zorgvrager in de behandel fase

Code

LZ-ONC-2

Type

kern

Omschrijving

Vastgesteld juni 2021 

Specificaties
De behandelingsmethoden voor kanker kunnen verschillende doeleinden hebben. De behandeling kan curatief, adjuvant of neo-adjuvant van opzet zijn maar er vinden ook behandelingen plaats met een palliatief doel of in studieverband.

Het gaat bij het behalen van deze EPA om minimaal één van de volgende behandelingen of een combinatie hiervan: 
- Chirurgie* 
- Chemotherapie 
- Hormonale therapie 
- Doelgerichte therapie 
- Immunotherapie 
- Inwendige en uitwendige radiotherapie 
- Protonentherapie 
- Radionuclide therapie 
- Stamceltransplantatie** 
- Gentherapie 
- Experimentele behandeling in het kader van wetenschappelijk onderzoek 
 
*Wanneer voor chirurgie als behandeling wordt gekozen móet voor het behalen van de EPA een tweede behandeling worden toegevoegd aan de opleiding. 
 
**Tot deze EPA behoort behandeling met een stamceltransplantatie van een solide tumor. De stamceltransplantatie bij een hemato-oncologische zorgvrager hoort bij de specifieke EPA Zorgdragen voor een zorgvrager met een hemato-oncologische aandoening. 

De activiteit omvat

  1. Opstellen en uitvoeren van een verpleegplan voor de behandelfase.
  2. Informeren van zorgvrager en naasten gericht op oorzaken en gevolgen van de aandoening. 
  3. Ondersteunt zorgvrager en naasten bij besluitvorming m.b.t. de verschillende behandelscenario’s met behulp van gezamenlijke 
    besluitvorming. 
  4. Uitvoeren van verpleegkundige of technische handelingen en zorg, specifiek gekoppeld aan de behandeling. 
  5. Begeleiden en methodisch voorlichting geven over preventieve maatregelen, leefregels/-stijl (zoals medicijnen, voeding, vochtbalans, 
    besmettingsrisico’s). 
  6. Signaleren van symptomen van de oncologische aandoening en acute, chronische en late bijwerkingen/complicaties/effecten van de anti-tumor behandeling. 
  7. Zorg inrichten op basis van het functioneren van de zorgvrager op de vier dimensies (fysiek, psychisch, sociaal en spiritueel).
  8. Begeleiden en methodisch voorlichting geven over de gevolgen voor het dagelijks leven op de vier dimensies (fysiek, psychisch, sociaal en 
    spiritueel gebied). Denk aan onvoorspelbaarheid van gedrag en gedragsverandering en problematiek rond angst, zelfbeeld en seksualiteit.
  9. Risico’s van ziekte en behandeling beperken voor de zorgvrager en de zorgprofessionals: bewaakt veiligheid. 
  10. Samenwerken met het behandelteam en voorstellen doen voor beleid in de behandelfase gericht op het functioneren van de zorgvragen op de vier dimensies. 
  11. Organiseren en coördineren van zorg binnen het oncologisch netwerk (intra-, extra en transmuraal).
  12. Markeren dat zorgvrager overgaat naar de nazorg-, chronische, palliatieve of stervensfase. 
  13. Team-gerelateerde activiteit: 
    - Organisatie en coördinatie zorgketen oncologie. 
    - Omgaan met en bespreken van ethische dilemma’s. 
    - Inbreng van gespecialiseerde verpleegkundige oncologische expertise in het multidisciplinair team: kennis overdragen, advies en instructie geven en begeleiden van collega’s.


Leeftijdscategorieën
In deze beroepsactiviteit worden drie leeftijdscategorieën onderscheiden, omdat de oncologische zorg voor iedere categorie bijzondere kenmerken kan hebben. De drie leeftijdscategorieën zijn: 

  • AYA’s: 18 – 35 jaar 
  • Volwassenen: 35 – 70 jaar 
  • Senioren: 70 + 

Beperkingen

  • Tot deze activiteit behoort niet de zorg aan zorgvrager jonger dan 18 jaar

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

  • Kent de verschillende ziektebeelden en behandelopties, fundamentele aspecten, anatomie, fysiologie en pathologie
  • Heeft kennis van de werking, behandelprincipes en doelen van de oncologische behandelingen
  • Kent bijwerkingen, gevolgen en complicaties op korte en lange termijn binnen de behandelfase
  • Heeft kennis over veilig werken voor de verschillende behandelmogelijkheden
  • Heeft kennis over (poly)farmacologie
  • Heeft kennis van hygiëne en infectiepreventie bij immuun- gecompromitteerde zorgvrager
  • Kent de specifieke complexiteit van de oncologische zorg en de onvoorspelbare lichamelijke en psychosociale problematiek per 
    individuele zorgvrager
  • Heeft kennis over gespreksmethodieken en -technieken, coping- en transitieprocessen
  • Heeft kennis over de vitaal bedreigde oncologische zorgvrager
  • Heeft kennis over zorgpaden, Evidence Based Practice (EBP), richtlijnen/protocollen en de bijbehorende wet- en regelgeving binnen de 
    oncologische netwerkzorg
  • Heeft kennis van complementaire zorg gericht op kwaliteit van het dagelijks leven in de vier dimensies
  • Kent de verschillende kenmerken van de drie leeftijdscategorieën in de behandelfase

Vaardigheden

  • Handelt en voert uit op basis van EBP rondom specialistische zorg en kan dat verantwoorden
  • Werkt volgens protocollen en richtlijnen binnen de behandelfase
  • Durft onderbouwd af te wijken van protocollen
  • Is alert op bijwerkingen en complicaties en anticipeert daar proactief op
  • Kan bijwerkingen en complicaties beredeneren vanuit de specifieke behandelwerking en -principes
  • Kan complexiteit en co-morbiditeit signaleren, komt door middel van klinisch redeneren tot een juiste analyse en interpretatie en anticipeert hierop
  • Verzamelt gegevens specifiek gericht op de aandoening/behandeling, het voor- en na-traject van de behandelingen de individuele sociale context van de zorgvrager
  • Signaleert acute en late bijwerkingen en complicaties ten gevolge van de ziekte en/of behandeling
  • Stelt een individueel zorgplan op, stelt verpleegkundige diagnose, zet interventies in, evalueert en stelt bij
  • Kan methodisch en op maat voorlichting geven over de behandeling en leefregels/-stijl, rekening houdend met de situatie, wensen en behoeften van de zorgvrager
  • Stimuleert en motiveert t.a.v. leefstijlinterventies
  • Anticipeert op de draagkracht en draaglast van de oncologische zorgvrager en naasten
  • Begeleidt en biedt ondersteuning bij problematiek rondom zelfbeeld, angst, seksualiteit, verminking, voeding en pijn ten gevolge van de ziekte en/of behandeling
  • Stimuleert zelfmanagement en ondersteunt met behulp van gezamenlijke besluitvorming
  • Handelt adequaat in een acute en/of levensbedreigende situatie
  • Is alert op ethische dilemma’s en maakt deze bespreekbaar (ook met de zorgvrager en naasten)
  • Kan gespreksmethodieken en -technieken toepassen gericht op de effecten van behandeling en kwaliteit van leven (op de vier dimensies)
  • Heeft een coördinerende rol binnen het verpleegkundig en het multidisciplinair team in de netwerkzorg tijdens de behandelfase
  • Team-gerelateerde vaardigheid: 
     - Effectief samenwerken en overdragen in het formele en informele zorgnetwerk. 
     - Verpleegkundig leiderschap tonen op gebied van innovatie, kwaliteit, coördinatie van zorg, kennisoverdracht en begeleiding van het team. 

Gedrag

  • Herkent eigen emoties en die van anderen en weet welke invloed deze (kunnen) hebben op de eigen attitude en gedrag
  • Is doortastend, proactief en vraagt door
  • Kent de eigen verantwoordelijkheid als gespecialiseerde zorgprofessional en de grenzen hiervan
  • Anticipeert op en werkt actiegericht in acute en onvoorspelbare situaties
  • Toont een open houding, is toegankelijk, empathisch, gericht op het welbevinden en afgestemd op het vermogen van de zorgvrager en diens naasten
  • Stelt zich kritisch op (“is het goed wat we aan het doen zijn”)

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

Om de EPA toevertrouwd te krijgen is het advies om de student met minimaal twee van de drie leeftijdscategorieën ervaring op te laten doen en daarop te toetsen (met bv. een KPB). 

Om het diploma oncologieverpleegkundige te behalen moet deze EPA in ieder geval aan het einde van de opleiding op supervisieniveau 4 toevertrouwd worden. 
Edit | Back to EPA index