Zorg verlenen aan een kind met een laag- en midden complexe zorgvraag

Het betreft het verlenen van zorg aan een kind met een laag-midden complexe zorgvraag, waarbij de
uitvoering van protocollaire basiszorg, ontwikkelings- en gezinsgerichte zorg centraal staan.
Bij laag complexe zorg is er sprake van een enkelvoudige voorspelbare zorgvraag. De overgang van laag- naar
midden complex is een vloeiende: de kans op complicaties neemt toe, maar blijft gering. Bij midden
complexe zorg is er sprake van een meervoudige zorgvraag (twee problemen die elkaar beïnvloeden). Het
kind kan beperkt inzicht hebben in de eigen gezondheidssituatie en ouders kunnen extra ondersteuning
nodig hebben. Het verloop van de opname kan minder voorspelbaar worden. 

De activiteit omvat:
● Opname en/of overname van het kind en de ouders en het verzamelen van gegevens
● Afnemen van een (hetero)anamnese gericht op het kind en het gezin
● Methodisch observeren, meten en beredeneren/interpreteren van de vitale functies van het kind en het
invullen van de scorelijsten en op basis daarvan handelen
● Prioriteren, uitvoeren en evalueren van de kinderverpleegkundige zorg, op basis van ontwikkelings- en
gezinsgerichte zorg
● Ondersteunen van het kind en de ouders bij besluitvorming met behulp van shared decision making
● Herkennen en interpreteren van signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld en op basis
daarvan handelen
● Overdragen/indiceren van zorg en samenwerken binnen het inter- en multidisciplinaire netwerk

Deze EPA wordt gezien als basis voordat de andere KIN-EPA’s kunnen worden afgerond tenzij de student
start met de EPA’s rondom de pasgeborene

● Anatomie en fysiologie van het kind (w.o. kennis van normaalwaarden/ vitale functies bij kinderen)
● Normale groei en lichamelijke ontwikkeling, voeding en dag-/nachtritme van het kind van 0-18 jaar
● Ontwikkelingspsychologie bij kinderen in relatie tot ziek zijn en ziekenhuisopname/zorg thuis (o.a.
hechting, angst en pijnbeleving)
● Communicatietheorieën en -strategieën over communiceren met kinderen
● Aangeboren, psychomotore en/of cognitieve ontwikkelingsstoornissen
● Pediatric Basic Life Support (PBLS)
● Farmacologie bij kinderen
● Integrale kindzorg (o.a. MKS) en gezinsgerichte zorg, empowerment van kind en gezin
● Sociale situatie rondom kind en gezin, mogelijke kenmerken gezinnen met multiproblematiek (zoals
financiële problemen, sociale problemen en middelengebruik)
● Specifieke wet- en regelgeving met betrekking tot kinderen
● Veilig thuis, meldcode
● Indiceren van zorg
● Jeugdgezondheidszorg, rijksvaccinatieprogramma en screening

● Inrichten en controleren van de werk/leefomgeving waar de zorg plaatsvindt gericht op de
ontwikkelingsfase en de veiligheid van het kind
● Opname en/of overname van het kind en de ouders en het verzamelen van gegevens
● Methodisch observeren, meten en beredeneren/interpreteren van de vitale functies van het kind
● Op basis van klinisch redeneren prioriteiten stellen en hiernaar handelen.
● Observeren gezondheidstoestand (somatisch en psychosociaal), signaleren vooruitgang of verslechtering
en daarop handelen
● Toepassen van de principes en benaderingswijze van ontwikkelingsgerichte - en gezinsgerichte zorg
● Uitvoeren van ADL/basiszorg afgestemd op de ontwikkelings- en leeftijdsfase van het kind in afstemming
met kind en ouders
● Afstemmen van communicatie met het kind en ouders, rekening houdend met de ontwikkelings- en
leeftijdsfase van het kind
● Verpleegkundig rekenen in de kindzorg
● Toedienen medicatie (incl vaccinatie)
● Begeleiden bij veilig mobiliseren en transporteren van het kind
● Bevorderen van hechting tussen kind en gezin
● Signaleren van afwijkingen in groei en ontwikkeling
● Signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld
● Organiseren en coördineren van de uitvoerende zorg
● Interprofessioneel communiceren, samenwerken en zorg afstemmen
● Evalueren en bijstellen van de verpleegkundige zorg
● Afronden van en/of overdragen van zorg intra- en extramuraal

● Laat voorbeeldgedrag zien
● Toont empathie
● Kan reflecteren op eigen handelen in de specifieke zorgsituatie
● Kent de eigen verantwoordelijkheid als gespecialiseerd verpleegkundige en de grenzen hiervan
● Staat open voor feedback
● Is doortastend, proactief en vraagt zo nodig hulp
● Werkt nauwkeurig