Zorg verlenen aan een instabiel vitaal bedreigd kind met een oncologische aandoening (onvoldoende reagerend op ondersteunende therapie waarbij intensivering en/of overname vitale functies noodzakelijk is)

Code

MK-KO-1

Type

specifiek

Omschrijving

 Dit is een specifieke EPA. Het betreft zorg verlenen aan een kind met een oncologische aandoening waarbij ondersteunende therapie of behandeling niet meer toereikend is en intensivering van therapie noodzakelijk is - in een acute opname setting of bij verslechtering van de zorgsituatie. Het kind wordt gescoord via de DutchPEWS en scoort hoger dan 7. Meekijken door een kinderoncoloog en kinder intensivist is noodzakelijk. De vitale functies worden geobserveerd, bewaakt en intensief ondersteund of overgenomen tot stabilisering of tot overplaatsing naar een PICU of IC-unit. Een instabiele zorgsituatie en het hebben van een oncologische aandoening hebben grote impact op kind en naasten. Ontwikkelingsgerichte zorg en quality of life staan mede daarom centraal in deze fase. 

 Dit is een specifieke EPA voor de opleiding kinderoncologieverpleegkundige. 

De activiteit omvat

* Voorbereiden, controleren van de omgeving en instellen van (bewakings)apparatuur, hulpmiddelen, materialen en medicatie
* Methodisch observeren, meten en bewaken van het kind (vitale functies)
* Analyseren, redeneren en interpreteren van alle verzamelde gegevens en op basis van klinisch redeneren prioriteiten in de zorg stellen
* Assisteren en interventies toepassen gericht op stabiliseren van de vitale functie(s), waarbij intensivering van de behandeling noodzakelijk is en de bedreigde vitale functie(s) ondersteund/overgenomen worden
* Het intensiveren van de observaties (bewaking), tijdig signaleren van de bedreigde vitale functie(s) en direct en continu prioriteren en handelen in samenwerking met de arts 
* Prioriteren en waar mogelijk bundelen van lichamelijke zorg (in relatie tot de vitale toestand van het kind) rekening houdend met ouderparticipatie 
* Informeren, instrueren en begeleiden van kind en ouders in relatie tot de verslechterende zorgsituatie
* Coördineren, organiseren, delegeren, rapporteren van de verpleegkundige zorg in een acuut proces
* Interprofessioneel samenwerken, communiceren en zorg afstemmen
* Voorbereidingen treffen voor evt. transport
* Methodisch overdragen van zorg wanneer overplaatsing naar een PICU of IC-unit noodzakelijk is 

Beperkingen

Het betreft niet het ondersteunen van de ademhaling ‘verder’ dan high flow respiratoir en niet het ondersteunen van de circulatie door intraveneuze medicatie. 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

● Pathofysiologie gerelateerd aan de volgende orgaansystemen:  respiratoir, ventilatie en oxygenatie problematiek (o.a t/m high flow ○ circulatoir, hemodynamische problematiek (o.a shock, sepsis, vocht, elektrolytenbalans) ○ gastro-intestinaal, primaire aandoeningen of complicaties van aandoening en/of behandeling ○ endocrien, verstoringen in de hormoonhuishouding (zoals diabetes insipidus, panhypopit, etc. ● Pathofysiologie waarbij de vitale functies continu geobserveerd, bewaakt en intensief ondersteund worden en er onderliggende verbanden een rol spelen bij o.a.; ○ ventilatie en oxygenatie problematiek: ○ analyseren en interpreteren van het zuurbase evenwicht ○ hemodynamische problematiek van een kind met een oncologische aandoening ○ aandoeningen van het centrale zenuwstelsel ● Therapie, interventies en gevolgen van o.a. High Flow Farmacologie toegepast op de acute zorgsituatie ● Opbouwen en instellen apparatuur voor intensieve ondersteuning ● Gebruik van de botnaald, specifieke observaties tijdens plaatsing en verzorging ● Diagnostiek, behandeling en onderzoeken: zoals echografie, beeldvorming en interpreteren bloedgassen, non-invasieve beademingsvormen en neuromonitoring ● Medische en verpleegtechnische vaardigheden/apparatuur: zoals apparatuur t.b.v. non-invasieve respiratoire ondersteuning, centraal veneuze lijnen, ECG, neuromonitoring en externe liquordrainage ● Farmacologie en farmacotherapie passend bij de zorgsituatie ● Wet en regelgeving 

Vaardigheden

 ● Toepassen of onderbouwd afwijken van protocollen, richtlijnen en bijbehorende wet- en regelgeving ● Werkplekmanagement zoals controleren opnameplek/omgeving van het kind, opbouwen, controleren en instellen van bewakings-, ondersteunings- en beademingsapparatuur ● Methodisch bewaken, meten, monitoren van de ondersteuning van vitale functies met de ABCDEmethodiek o.b.v. klinisch redeneren ● Analyseren, redeneren en interpreteren van alle verzamelde gegevens en op basis van klinisch redeneren ● Signaleren van vitale bedreigingen en op basis hiervan prioriteiten stellen en interventies toepassen ● Ondersteunen vitale functies met o.a High Flow ● Bereiden, berekenen (onder tijdsdruk) en toedienen van medicatie ● Uitvoeren van resuscitatie volgens de PBLS-richtlijnen ● Toepassen van (risicovolle) verpleegtechnische vaardigheden ● Interprofessioneel communiceren, samenwerken en zorg afstemmen ● Signaleren van vooruitgang of verslechtering van de gezondheidstoestand (somatisch en/of psychosociaal) en evt. complicaties van de therapie waarnaar gehandeld wordt ● Organiseren, coördineren, evalueren, bijstellen en rapporteren van de zorg ● Methodisch overdragen en/of afronden van de zorg 

Gedrag

 ● Is proactief in het ondernemen van de juiste stappen om eigen inzicht en bekwaamheid te verbeteren ● Toont stressbestendigheid en kan onder tijdsdruk presteren ● Is alert en werkt nauwkeurig ● Kan reflecteren op eigen handelen in de specifieke zorgsituatie ● Kent de eigen verantwoordelijkheid als gespecialiseerd verpleegkundige en de grenzen hiervan ● Staat open voor feedback ● Is doortastend, proactief en vraagt zo nodig hulp ● Is toegankelijk en empathisch, sluit aan bij de belevingswereld van het kind ● Communiceert direct, adequaat en doelgericht. Houd rekening met persoonlijk verbaal/non-verbaal gedrag en het denk- en ontwikkelniveau van het kind. ● Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in, vraagt tijdig om hulp bij traumatiserende gebeurtenissen 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden verschillende toetsinstrumenten gebruikt conform landelijke richtlijnen en zoals uitgewerkt in regionale en/of lokale afspraken.   De verwachting is dat de student deze EPA op supervisieniveau 4 kan afronden aan het eind van de opleiding 
Edit | Back to EPA index