Zorg verlenen aan een kind bij wie de vitale functies bewaakt moeten worden

Code

MK-opleiding-HCK-1

Type

kern

Omschrijving

Het betreft zorg verlenen aan een kind (0-18 jaar) bij wie vitale functies geobserveerd en bewaakt worden, waarbij de veranderingen van de vitale functies op tijd gesignaleerd, onderkend en geïnterpreteerd moeten worden en hiernaar gehandeld moet worden. 

De activiteit omvat

• Afnemen van (delen van) de anamnese op prioriteit 
• Meten, observeren en interpreteren van de vitale functies en neurologische controles in het kader van de acute aandoening en op basis hiervan handelen 
• Uitvoeren van methodieken (zoals ABCDE) 
• Invullen scorelijsten op prioriteit, interpreteren van de gegevens en op basis daarvan handelen (zoals pijnscores en voedingstoestand) 
• Opvangen, voorlichten en begeleiden van kind en naasten 
• Ondersteunen van het kind en de ouders bij besluitvorming met behulp van shared decision making 
• Prioriteren, uitvoeren en evalueren van de verpleegkundige zorg en behandeling, zoals met non invasieve bewaking van ademhaling, hartfrequentie, bloeddruk, pulsoximetrie 
• Ondersteunen vitale functies m.b.v. medicatie en/of zuurstof toediening middels low-flow of non-rebreathing masker 
• Interpreteren van de vochtbalans van het vitaal bedreigde kind en op basis daarvan handelen 
• Interprofessioneel samenwerken in de acute situatie met kinder- en huisarts en (kinder)thuiszorg 
• Overdragen van zorg (SBARR-methodiek) naar andere disciplines of andere setting 
• Inbrengen van gespecialiseerde kinderverpleegkundige expertise in het interprofessionele team: kennis overdragen, advies en instructie geven en begeleiden van collega’s 

Beperkingen

No content provided

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Anatomie, fysiologie, normaalwaarden vitale functies bij kinderen 
• Aandoeningen waarbij de vitale functie bedreigd zijn, zoals shock, astma, pseudokroep, licht (neuro)trauma (in relatie met de neuro controles), brandwond, hartafwijkingen, infectie (in relatie met de kern en huidtemperatuur) 
• Circulatie: bijvoorbeeld hartfrequentie, ECG, polsvolume, capillaire refilltijd, bloeddruk, kern- en huidtemperatuur 
• Ademhaling: bijvoorbeeld ademfrequentie, ademritme, ademarbeid, zuurstof saturatie, auscultatie, huidskleur, bijgeluiden (weezing/stridor/kreunen) 
• Disability, zoals bewustzijn, houding, pupillen, EMV 
• Zuurbase-evenwicht, metabole en respiratoire acidose en alkalose 
• Farmacotherapie bij afwijkende vitale functies (zoals diuretica, adrenaline en morfine), infuustherapie, intraveneuze medicatie 
• Gangbare onderzoeken, zoals bloedgasanalyse, bloedbeeld, kweken, röntgen 
• ABCDE-methodiek 
• PEWS 
• Verpleegkundig rekenen (zoals bij medicatie, oplossingen, inhoud perslucht/zuurstoffles) 
• Copingstrategieën van ouders in een crisissituatie 

Vaardigheden

• Anticiperen op (mogelijke) veranderingen in de situatie van het vitaal bedreigde kind en hierbij proactief handelen 
• Instellen apparatuur op basis van de toestand van het kind (zoals zuurstof, low en high flow, non rebreathingmasker, monitor, infuuspomp) 
• Uitvoeren van resuscitatie volgens de PBLS-richtlijnen 
• Oraal, nasaal uitzuigen van patiënt 
• Klaarmaken en toedienen van acute (intraveneuze) medicatie bij het vitaal bedreigde kind 
• Toedienen van voeding en vocht 
• Toepassen verschillende methodieken en bijbehorende scores (zoals SBARR, PBLS) 
• Communiceren en samenwerken met het gezin rond de voortgang van de verbeterende/verslechterende situatie van het kind 
• Interprofessioneel communiceren en samenwerken rondom het vitaal bedreigde kind 
• Verpleegkundig leiderschap op gebied van innovatie, kwaliteit, coördinatie van verpleegkundige zorg aan vitaal bedreigde kinderen, EBP en begeleiden van het team 

Gedrag

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student aan het einde van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index