Zorg verlenen aan een beademd kind, reagerend op de geboden therapie

Code

MK-opleiding-ICK-2

Type

kern

Omschrijving

Het betreft zorg verlenen aan een kind in de volgende context: 
• Een vitaal bedreigd kind van 0-18 jaar 
• Het kind is respiratoir bedreigd 
• De vitale functies worden bewaakt, de respiratie wordt overgenomen door middel van invasieve beademing 
• Het kind reageert op de aangeboden therapie of de therapie is in afbouwende fase 

De activiteit omvat

• Afnemen van (delen van) de anamnese op prioriteit 
• Meten, observeren en interpreteren van de respiratoire vitale functies en op basis hiervan handelen 
• Invullen scorelijsten op prioriteit; interpreteren van de gegevens en op basis hiervan handelen 
• Opvangen naasten rondom het vitaal bedreigde kind 
• Voorlichting geven aan en begeleiden van naasten met betrekking tot beademing 
• Ondersteunen van het kind en de ouders bij besluitvorming met behulp van shared decision making 
• Prioriteren, uitvoeren en evalueren van de verpleegkundige intensivecare zorg aan een vitaal bedreigd kind bij wie de respiratie is overgenomen met invasieve beademing 
• Bewaken en herkennen van afwijkende respiratie; observeren en interpreteren van de ademhaling 
• Ontwennen van de beademing en extubatie 
• Interprofessioneel samenwerken in de acute situatie, zoals met kinderintensivist en longarts 
• Overdragen van zorg (SBARR-methodiek) naar andere disciplines of andere setting 
• Inbrengen van gespecialiseerde intensivecare-kinderverpleegkundige expertise in het interprofessionele team: kennis overdragen, advies en instructie geven, EBP en begeleiden van collega’s 

Beperkingen

 Voorwaardelijkheden:
• Deze EPA kan worden afgerond wanneer MK-ICK-1 is toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Respiratie: principes en indicatiegebieden beademing 
• Richtlijnen en protocollen beademing 
• Luchtwegobstructie, keel-/neustoilet en bronchiaal toilet 
• Tracheastoma en tracheotomie 
• Thoraxdrainage 
• Nasotracheale en orotracheale intubatie 
• Invasieve en non-invasieve beademing, zoals SIMV, PSV, PRVC, PC 
• Beademingsgerelateerde onderzoeken als bloedgasanalyse, röntgen, bronchoscopie 
• Complicaties bij beademde patiënten zoals tube-obstructie, pneumothorax, auto extubatie 
• Bewaking beademde patiënt zoals m.b.v. auscultatie, pulsoximetrie, transcutane pO2-en pCO2-meting, mainstream/site-stream ETCO2 • Opbouw, werking en controle beademingsapparatuur, zoals teugvolume, minutenvolume en frequentie druk, flow, I/E ratio, flow-triggering, plateau, curven en loops 
• Medicamenteuze behandeling respiratie zoals vernevelen, sedatie 
• Indicaties extubatie en mogelijke complicaties, autodetubatie 
• Comfort van het kind aan de beademing 
• Communicatie met kind aan de beademing 

Vaardigheden

• Airway openhouden en breathing overnemen 
• Endotracheale medicatietoediening 
• Handbeademing met masker-ballon, gecontroleerde handbeademing of handbeademing direct op de tube 
• Assisteren bij intubatie 
• Aanbrengen en vervangen van tubefixatie 
• Bewaken van patiënt aan de beademing en interpreteren gegevens van de beademing zoals tubepositie, PIP, PEEP, Tin & Tex, TV, AMV, FiO2, curven & loops, plateaufase 
• Luchtweg vrijhouden, endotracheaal uitzuigen 
• Uitvoeren bronchiaal toilet, comprimeren 
• Inbrengen van mayo tube 
• Beademen met self-inflating ballon, Waters set of JR met manometer 
• Thoraxdrainage 
• Canulezorg en wisselen van tracheacanule 

Gedrag

• Communicatie met kind en naasten in een intensieve, bedreigende situatie 
• Stressbestendigheid, delegeren, overzicht houden en prioriteren van de zorg 
• Organisatie en coördinatie van zorg 
• Interprofessioneel samenwerken in de acute situatie 
• Overdragen van zorg (SBARR-methodiek) naar andere disciplines of andere setting en samenwerken met collega’s in de instelling en binnen het netwerk (zoals kinder- en huisarts, (kinder)intensivist) 
• Inbrengen van gespecialiseerde intensivecare-kinderverpleegkundige expertise in het interprofessionele team: kennis overdragen, advies en instructie geven, EBP en begeleiden van collega’s

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

 De verwachting is dat de student aan het einde van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden 
Edit | Back to EPA index