Zorg verlenen aan een kind met meerdere vitaal bedreigde functies, reagerend op de geboden IC-therapie

Code

MK-opleiding-ICK-3

Type

kern

Omschrijving

Het betreft zorg verlenen aan een kind in de volgende context(en): 
• Een vitaal bedreigd en/of gewond kind van 0-18 jaar 
• Meerdere vitale functies (respiratoir, hemodynamisch, neurologisch en/of metabool) zijn bedreigd 
• Het kind heeft een (complexe) operatie ondergaan 
• De vitale functies worden bewaakt, ondersteund en/of overgenomen 
• Het kind reageert op de aangeboden therapie of de therapie is in afbouwende fase 
• De lichamelijke toestand is stabiel maar kan snel veranderen in een bedreigende, complexe situatie 
• Continue observatie, diagnostisering en interventies zijn noodzakelijk om het kind stabiel te houden 

De activiteit omvat

• Afnemen van (delen van) de anamnese op prioriteit 
• Invullen scorelijsten op prioriteit 
• Opvangen naasten rondom het vitaal bedreigde kind
• Voorlichting geven aan en begeleiden van naasten met betrekking tot het vitaal bedreigde kind 
• Ondersteunen van het kind en de ouders bij besluitvorming met behulp van shared decision making 
• Prioriteren, uitvoeren en evalueren van de verpleegkundige zorg aan een vitaal bedreigd kind met behulp van beademing, cardiotonica, neuroprotectie, hemodialyse 
• Zorgdragen voor het zo veel mogelijk voortzetten van de normale ontwikkeling van het kind 
• Omgaan met multimorbiditeit en langdurige ziekte 
• Interprofessioneel samenwerken in de acute situatie zoals met kinderarts, (kinder)intensivist, (kinder)cardioloog, operatiekamers 
• Overdragen van zorg (SBARR-methodiek) naar andere disciplines of andere setting 
• Inbrengen van gespecialiseerde intensivecare-kinderverpleegkundige expertise in het interprofessionele team: kennis overdragen, advies en instructie geven, EBP en begeleiden van collega’s 

Beperkingen

 Voorwaardelijkheden:
• Deze EPA kan worden afgerond wanneer MK-ICK-2 is toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

 • Levensbedreigende situaties, verslechtering, complicaties en ziektebeelden, zoals shock, ernstige intoxicatie, stollingsstoornissen, pulmonale hypertensie, ernstige congenitale (hart) afwijkingen, ritme- en geleidingsstoornissen, intraventriculaire bloedingen en stroke, orgaantransplantatie, verdrinking 
• Nierfunctievervangende therapie, zoals CVVH en hemodialyse 
• Risico’s van en interacties tussen meerdere vitaal bedreigde functies 
• Invloed en gevolgen van een IC-opname op een kind met meerdere vitaal bedreigde functies en op naasten 
• Reanimatie volgens de BLS-richtlijnen, EPALS 
• Ethiek en dilemma’s bij langdurige intensivecare zorg 

Vaardigheden

• Anticiperen op en herkennen van respiratoire instabiliteit en incidenten, overnemen d.m.v. handmatige tube beademing, opbouwen en toediening van NO-beademing, opbouwen en uitvoeren van HFO/HFV-beademing 
• Anticiperen op en herkennen van hemodynamische instabiliteit 
• Anticiperen op en herkennen van ritme-, geleidingsstoornissen 
• Anticiperen op en herkennen van bloedingen en stollingsstoornissen 
• Anticiperen op en herkennen van neurologische instabiliteit, neuromonitoring aanbrengen, uitvoeren en metingen interpreteren, anticiperen op insulten 
• Assisteren bij inbrengen thoraxdrainage (spanningspneumothorax) 
• Uitvoeren nierfunctievervangende therapie (CVVH en hemodialyse) 
• Opbouwen en uitvoeren van therapeutische hypothermie 
• Adequaat reageren op afwijkende bloeduitslagen bij de instabiele ICK, zoals anticiperen op complexe bloedgasanalyses 
• Anticiperen op de sociale situatie van kind en gezin en op mogelijke veranderingen hierin 
• Langdurige therapeutische en/of ondersteunende relatie aangaan en onderhouden met kind en naaste 
• Herkennen van en bespreekbaar maken van ethische dilemma’s (zoals bij multimorbiditeit/-problematiek en/of niet intensiveren beleid) 
• Organisatie en coördinatie van zorg 
• Interprofessioneel samenwerken in de acute situatie 
• Overdragen van zorg (SBARR-methodiek) naar andere disciplines of andere setting en samenwerken met collega’s in de instelling en binnen het netwerk (zoals kinder- en huisarts, (kinder)intensivist) 

Gedrag

• Inbrengen van gespecialiseerde intensivecare-kinderverpleegkundige expertise in het interprofessionele team: kennis overdragen, advies en instructie geven, EBP en begeleiden van collega’s 

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

 De verwachting is dat de student aan het einde van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index