Zorg verlenen aan een pasgeborene met een of meerdere bedreigde vitale functies tijdens een intern/extern transport (van en naar de ICN)

Het betreft zorg verlenen aan een pasgeborene in de volgende context: 
• Pasgeborene na een zwangerschapsduur van 24 tot 42 weken 
• De ernstig vitaal bedreigde pasgeborene is prematuur, dysmatuur, predysmatuur, à terme of serotien en wordt getransporteerd van of naar de ICN 
• De pasgeborene is respiratoir, hemodynamisch en/of neurologisch ernstig bedreigd en/of heeft een operatie ondergaan 
• Extern transport: 
       • De ernstig bedreigde pasgeborene wordt getransporteerd (overgeplaatst) van of naar een neonatale afdeling in een algemeen ziekenhuis van of naar de ICN 
       • De ernstig bedreigde pasgeborene wordt getransporteerd (overgeplaatst) van de ICN naar een ICN elders in het (buiten)land 
• Interntansport 
       • De ernstig bedreigde pasgeborene wordt post partum getransporteerd van de verloskamer of de operatiekamer naar de ICN 
       • De ernstig bedreigde pasgeborene wordt van de ICN getransporteerd voor onderzoek/behandeling van of naar bv de operatiekamer, röntgen, MRI/CT 
• De vitale functies, zoals ademhaling, hartfrequentie, bloeddruk, pulsoximetrie en end-tidal CO2 van de pasgeborene, worden tijdens transport (non-) invasief bewaakt, worden ondersteund en/of overgenomen tijdens het transport door bijv. low-flow, nCPAP, beademing, (continue) intraveneuze medicatie 

• Voorbereiden en organiseren van het transport 
• Pasgeborene en naasten voorbereiden en gereed maken voor transport (bijv. fixatie) 
• Materialen gereed maken en controleren voor transport (zoals medicatie, vulling perslucht/zuurstofcilinders) 
• Uitvoeren van het transport 
• Bewaken vitale functies tijdens transport 
• Intensieve en complexe ouderbegeleiding bieden voor en na het transport 
• Interprofessioneel samenwerken met o.a. personeel ambulance, operatiekamer, radiodiagnostisch onderzoek 

• Voorbereiden en organiseren van het transport 
• Pasgeborene en naasten voorbereiden en gereed maken voor transport (bijv. fixatie) 
• Materialen gereed maken en controleren voor transport (zoals medicatie, vulling perslucht/zuurstofcilinders) 
• Uitvoeren van het transport 
• Bewaken vitale functies tijdens transport 
• Intensieve en complexe ouderbegeleiding bieden voor en na het transport 
• Interprofessioneel samenwerken met o.a. personeel ambulance, operatiekamer, radiodiagnostisch onderzoek 

• NLS/APLS toepassen tijdens transport 
• Voor transport: 
       • Transportcouveuse klaarmaken 
       • (Beademde) patiënt voorbereiden/klaarmaken voor transport (bijv. fixatie) 
       • Materialen klaarmaken/controleren voor transport (als bijv. afwijkend infuussystemen voor inotropie bij MRI-onderzoek, vulling perslucht/zuurstofcilinders) 
       • Werking van de materialen (accu reservecapaciteit, mobiele beademingsapparatuur) contoleren voor transport 
       • Dossiervorming (overdracht) 
• Tijdens transport 
       • Bewaken vitale functies (bijv. de ademhaling, hartfrequentie, (non) invasieve bloeddruk, pulsoximetrie, ETCO2) 
       • Instellen en bewaken mobiele beademingsmachine (drukken, frequentie, tidalvolume, zuurstofpercentage) 

• Anticiperen op veranderende omstandigheden 
• Handelend optreden in acute situaties, overzicht houden en delegeren 
• Werken volgens protocollen en/of landelijke richtlijnen 
• Interprofessioneel samenwerken 
• Stressbestendig, kunnen delegeren 
• Mondeling (waaronder telefonisch) en schriftelijk overdragen 
• Communicatie met ouders in een crisissituatie 
• Dossiervorming na transport 

 De verwachting is dat de student aan het einde van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden