Uitvoeren van triage bij zwangere en kraamvrouw met (vermoeden van) problemen bij moeder of ongeboren kind

Dit betreft de urgentiebepaling bij klachten van een zwangere, kraamvrouw en/of eventueel (acute) gynaecologische patiënt. Het gaat om symptomen en klachten zoals: bloedverlies, vochtverlies, onderbuikspijn, rode en pijnlijke borsten. 

• Opvangen van patiënt en partner/naasten
• Afnemen van de eerste (telefonische) anamnese
• Meten van de vitale functies; interpreteren van de gegevens en op basis daarvan handelen
• Meten van de obstetrische en/of gynaecologische parameters (zoals vaginaal bloedverlies, vochtverlies en kindsbewegingen); interpreteren van de gegevens en op basis daarvan handelen
• Observeren hoe de zorgvrager zich presenteert
• Meten van de foetale conditie middels cortonen luisteren of CTG aansluiten en observeren; interpreteren van de gegevens en op basis daarvan handelen
• Toedienen van medicatie in de obstetrische context (met verschillende toedieningswijzen)
• Afnemen van bijvoorbeeld bloed en urine ter diagnostiek
• Ondersteunen medisch beleid
• Prioriteren en uitvoeren van de verpleegkundige zorg
• Geven van voorlichting en adviezen aan patiënt
• Participeren in interprofessioneel overleg
• Overdragen van zorg en samenwerken met andere professionals binnen de keten (zoals verloskundige, gynaecoloog en huisarts)
• Evalueren van de zorg
• Inbrengen van gespecialiseerde verpleegkundige obstetrische expertise in het interprofessioneel team: kennis overdragen, advies en instructie geven en begeleiden van collega’s

Voorwaardelijkheden
• Deze EPA kan worden afgerond wanneer MK-OBS-2 en 7 zijn toevertrouwd 

• Acute gynaecologische aandoeningen (zoals PID, EUG en MOLA) 
• Triagecriteria bij een zwangere patiënt 
• Triagecriteria bij een kraamvrouw 
• Triagecriteria bij een patiënt met een acute gynaecologische aandoening 
• Medische technologie die gebruikt wordt bij de triage (zoals echografie) 
• Registratiesystemen van triage
• Sociaal-culturele verschillen in pijn- en ziektebeleving 

• Handelen volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving inzake triage 
• Anticiperen op calamiteiten (BLS, ABCDE-methode) 
• Protocollair werken 
• Grenzen stellen 
• Ethisch reflecteren en hiernaar handelen 
• Direct, accuraat en doelgericht communiceren; motiverende gespreksvoering 
• Stressbestendigheid, overzicht houden in snel veranderende zorgsituaties 
• Observeren en herkennen van lichamelijke en psychosociale signalen, interpreteren van de gegevens en op basis daarvan handelen 
• Herkennen en interpreteren van symptomen van vitale bedreiging en acute situaties 
• Bepalen van urgentie
• Ondersteunen van verschillende zorgprofessionals bij handelingen/onderzoeken 
• Methodisch rapporteren 
• Interprofessioneel samenwerken 
• Gezamenlijke besluitvorming 
• Coördineren en organiseren van obstetrische zorg 
• Verpleegkundig leiderschap op gebied van kwaliteit (EBP) en coördinatie van zorg 
• Proactief handelen 
• Zelfstandig handelen 
• Anticiperen op mogelijke veranderingen in de situatie 

 Dit is een specifieke EPA. De verwachting is dat de student na afronding van de voorwaardelijke EPA’s de EPA toevertrouwd kan worden op niveau 4.