Coördineren en uitvoeren van peroperatieve laagcomplexe anesthesiologische zorg bij patiënten onder algehele anesthesie

Code

MO-opleiding-AM-11

Type

kern

Omschrijving

De activiteit omvat

• Analyseren van gegevens in het (patiënten)registratiesysteem a.d.h.v. het operatieprogramma/ de patiënt 
• Bedrijfsklaar maken van de OK en klaarzetten en controleren van basis medische hulpmiddelen 
• Maatregelen nemen bij storing/uitval van benodigde apparatuur 
• Bevoorrading van de OK controleren op inhoud, expiratiedatum en materialen
• Klaarleggen van de benodigdheden voor laagcomplexe algehele anesthesie 
• Uitvoeren van dubbelcheck van medicatie en patiëntengegevens 
• Transporteren van de patiënt naar de operatiekamer 
• Participeren in perioperatieve overlegmomenten 
• Begeleiden van patiënten (laagcomplex) zowel fysiek als communicatief 
• Aansluiten van basismonitoring 
• Pre-oxygeneren voor de inleiding 
• Overnemen van de beademing na inductie d.m.v. kapbeademing 
• Assisteren of uitvoeren van de anesthesiologische procedure (inductie, luchtwegmanagement, zoals plaatsen larynxmasker of intuberen) 
• Positioneren van de patiënt, controleren van de positie perioperatief en handelen bij afwijkingen 
• Bewaken en monitoren van de patiënt tijdens inductie en perioperatief 
• Regelen van warmtemanagement bij de patiënt, door middel van een patiënten verwarmingssysteem 
• Controleren en registreren van gegevens in het (patiënten) registratiesysteem 
• Verzorgen, verwerken en registreren van patiëntmateriaal (HB, kruisbloed) 
• Onderhouden van de anesthesie (toedienen van hypnotica, analgetica, relaxantia etc.) 
• Communiceren met anesthesioloog en andere disciplines op de OK (operatieteam) 
• Handelen gedurende de operatie bij veranderende situaties en complicaties (zoals: medicatie toedienen bij bloeddrukdaling, medicatie toedienen bij een reactie op pijn, anesthesioloog op de hoogte brengen bij relatief veel bloedverlies etc.) 
• Voorbereidingen treffen voor de uitleiding (zoals hypnotica afbouwen, spierrelaxantia bepalen, postoperatieve pijnstilling bepalen etc.) 
• Assisteren bij de uitleiding (extubatie) 
• Patiënt transporteren naar de verkoever 
• Operatiekamer gereedmaken voor een volgende ingreep 

Beperkingen

 • Tot deze activiteit behoort niet het coördineren en uitvoeren van anesthesiologische zorg op buitenlocaties en in acute zorgsituaties 

 • Deze EPA heeft betrekking op laagcomplexe zorgsituaties, zoals beschreven in de complexiteitstabel 

 • Deze EPA kan worden afgerond wanneer EPA MO-AM-7 en 8 zijn toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Anatomie, fysiologie en pathologie van patiënten in de laagcomplexe anesthesiologische zorgcategorie 
• Technieken bij algehele anesthesie en mogelijke complicaties (nietnuchtere patiënten, moeilijk te intuberen, comorbiditeiten etc.) 
• Anesthesiologisch gerelateerde medicatie bij algehele anesthesie m.b.t. werking, potentiële bijwerkingen en complicaties 
• Ziekenhuis- en afdelingsprotocollen m.b.t. laagcomplexe algehele anesthesie 
• Basic life support en Advanced life support 
• Juridische aspecten/ethiek m.b.t. operatieve zorg 
• Klinisch redeneren bij laagcomplexe algehele anesthesie 

Vaardigheden

• Efficiënt verzamelen, klaarleggen en controleren van benodigdheden voor laagcomplexe algehele anesthesie 
• Uitvoeren van isolatiemaatregelen en richtlijnen m.b.t. hygiëne en infectiepreventie 
• Prioriteiten stellen bij het verlenen van laagcomplexe algehele anesthesiologische zorg 
• Onderhouden van algehele anesthesie met basis anesthesiologische hulpmiddelen 
• Zorgproces afstemmen met de anesthesioloog binnen laagcomplexe algehele anesthesiologische zorgsituaties 
• Anticiperen op potentiële veranderende situaties en complicaties bij algehele anesthesie 
• Communiceren met het operatieteam tijdens de gehele operatieprocedure 
• Werktempo aanpassen aan laagcomplexe algehele anesthesiologische zorgsituaties 
• Naleven van persoonlijke hygiëne- en kledingvoorschriften 
• Klinisch redeneren m.b.t. laagcomplexe algehele anesthesie 

Gedrag

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student na 1 jaar van het praktijkgedeelte de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index