Aansluiten en bedienen van geavanceerde monitoring, en interpreteren van vitale parameters van patiënten in midden- en hoogcomplexe anesthesiologische zorgsituaties

Code

MO-opleiding-AM-15

Type

kern

Omschrijving

De activiteit omvat

• Analyseren van het patiëntendossier om benodigde geavanceerde monitoring (arterielijn, centrale lijn en dergelijke) te kiezen 
• Verzamelen van benodigdheden voor geavanceerde monitoring 
• Aansluiten van de geavanceerde monitoring voor het meten van de vitale parameters bij de patiënt 
• Uitleg geven aan de patiënt over handelingen bij het aansluiten van de geavanceerde monitoring 
• Instellen alarmgrenzen/normaalwaardes van de geavanceerde monitoring 
• Interpreteren van de uitkomsten van geavanceerde vitale parameters 
• Controleren van registratie van geavanceerde vitale parameters in het (patiënten)registratiesysteem 
• Maatregelen te nemen bij storing/uitval van geavanceerde monitoring 
• Communiceren met de anesthesioloog over vitale parameters van de patiënt 

Beperkingen

 • Deze EPA heeft betrekking op midden- en hoogcomplexe zorgsituaties, zoals beschreven in de complexiteitstabel 

 • Deze EPA kan worden afgerond wanneer EPA MO-AM-12 is toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Afdelingsprotocollen m.b.t. werking, aansluiten, hygiënisch omgaan met geavanceerde monitoring 
• Normaalwaarden van gemeten vitale parameters 
• Maatregelen bij storing/uitval van geavanceerde monitoring 

Vaardigheden

• Zelfstandig verzamelen en klaarleggen van alle benodigdheden van (geavanceerde) monitoring 
• Communiceren met de patiënt over handelingen bij aansluiten van geavanceerde monitoring 
• Initiatief nemen bij assisteren of zelf aansluiten van geavanceerde monitoring 
• Bedienen van geavanceerde monitoring 
• Veilig handelen met geavanceerde monitoring 
• Registreren en interpreteren van de geavanceerde vitale parameters 
• Signaleren van en handelen bij storing/uitval van geavanceerde monitoring 
• Proactief communiceren met anesthesioloog over geavanceerde vitale parameters van de patiënt 

Gedrag

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student na 2 jaar van het praktijkgedeelte de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index