Coördineren en uitvoeren van perioperatieve anesthesiologische zorg bij patiënten in acute situaties

Code

MO-opleiding-AM-20

Type

kern

Omschrijving

De activiteit omvat

• Analyseren van gegevens in het (patiënten)registratiesysteem zorg a.d.h.v. het operatieprogramma/ de patiënt 
• Voorbereiden van anesthesiologische zorg op mogelijke acute situatie (weten of de patiënt van een IC/ ander ziekenhuis komt, of deze al opgelijnd is, of deze al geïntubeerd is etc.) \
• De grootte van de hulpvraag inschatten en hierop handelen 
• Controleren van medische hulpmiddelen 
• Participeren in en interpreteren van perioperatieve overlegmomenten en bijzonderheden bespreken met het team 
• Inspelen op acuut veranderende en acute situaties en complicaties 
• Communiceren met de anesthesioloog en andere disciplines op de OK (operatieteam) tijdens acute situaties 
• Overdracht van de acute situatie geven aan collega’s 
• Uitvoeren van anesthesiologische interventies op basis van de klinische blik en op basis van specifieke geavanceerde vitale parameters 
• Werktempo aanpassen aan de acute situatie 
• Regie voeren tijdens de veranderende of acute situatie 

Beperkingen

• Deze EPA heeft betrekking op hoogcomplexe zorgsituaties, zoals beschreven in de complexiteitstabel 

• Deze EPA kan worden afgerond wanneer EPA MO-AM 19 is toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Afdelingsprotocollen m.b.t. anesthesiologische veranderende en acute situaties 

Vaardigheden

• Verzamelen van materialen afgestemd op het operatiedagprogramma/ patiënt voor hoogcomplexe, acute en/of veranderende anesthesiologische zorg in beperkte tijd 
• Communicatie met de patiënt, operatieteam en anesthesioloog onder tijdsdruk 
• Prioriteiten stellen en handelen bij acute en veranderende of acute anesthesiologische zorgsituaties 
• Tijdig herkennen van veranderde en acute situatie en daarnaar handelen 
• Op het juiste moment de grootte van de hulpvraag inschatten en hulp inroepen van de anesthesioloog 
• Rust bewaren en uitstralen 
• Op een hoger werktempo anesthesiologische handelingen uitvoeren 
• Klinisch redeneren m.b.t. de patiënt en (potentiële) complicaties en handelen hierop aanpassen 

Gedrag

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student in het laatste kwartaal van het praktijkgedeelte de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index