Coördineren en uitvoeren van midden- of hoogcomplexe anesthesiologische zorg bij kinderen tussen 2-16 jaar

Code

MO-opleiding-AM-26

Type

specifiek

Omschrijving

De activiteit omvat

• Analyseren van gegevens in het (patiënten)registratiesysteem a.d.h.v. het operatieprogramma/ de patiënt 
• Bedrijfsklaar maken van de OK en klaarzetten en controleren van basis medische en (specialistisch) geavanceerde hulpmiddelen voor de jongere patiënt (kleinere beademingsslangen, beademingsballon, arterielijn etc.) 
• Maatregelen nemen bij storing/uitval van benodigde apparatuur 
• Bevoorrading van de OK controleren op inhoud, expiratiedatum 
• Klaarleggen van de benodigdheden voor midden- tot hoogcomplexe anesthesie bij de jongere patiënt (zoals: geavanceerde medicatie, kleine dubbellumen tubes etc.) 
• Uitvoeren van dubbelcheck van medicatie en patiëntengegevens 
• Transporteren van de patiënt en de naasten/ begeleider naar de operatiekamer 
• Deelnemen aan perioperatieve overlegmomenten 
• Begeleiden van patiënten en de ouders/ begeleider, zowel fysiek als communicatief 
• Aansluiten aan basis en geavanceerde monitoring 
• Pre-oxygeneren voor de inleiding 
• Overnemen van de beademing na inductie d.m.v. kapbeademing 
• Assisteren bij inductie doormiddel van kapbeademing of intraveneus 
• Assisteren bij de anesthesiologische procedure (inductie, luchtwegmanagement, zoals plaatsen larynxmasker of intuberen) 
• Positioneren van de patiënt, controle van de positie perioperatief en handelen bij afwijkingen 
• Bewaken en monitoren van de patiënt tijdens inductie en perioperatief 
• Regelen van warmtemanagement bij de jongere patiënt door middel van een patiënten verwarmingssysteem 
• Controleren en registreren van gegevens in het (patiënten) registratiesysteem 
• Verzorgen, verwerken, registreren en aanvragen van patiëntmateriaal (HB, kruisbloed, bloedproducten) 
• In kaart brengen van vochtbalans 
• Onderhouden van de anesthesie m.b.v. (specialistisch) geavanceerde hulpmiddelen 
• Communiceren met anesthesioloog en andere disciplines op de OK (operatieteam) 
• Delegeren van anesthesiologische taken en aansturen van collega’s
• Handelen gedurende de operatie bij veranderende situaties en complicaties (zoals medicatie toedienen bij hemodynamische schommelingen, reactie op pijn, relatief veel bloedverlies en hierbij inzetten van geavanceerde apparatuur zoals een cell-saver etc.) 
• Voorbereidingen treffen voor de uitleiding (hypnotica afbouwen, spierrelaxantia bepalen, postoperatieve pijnstilling bepalen etc.) 
• Assisteren bij de uitleiding (extubatie) 
• Patiënt transporteren naar de verkoever/PACU/IC 
• Operatiekamer gereedmaken voor een volgende ingreep 

Beperkingen

• Tot deze activiteit behoort niet het coördineren en uitvoeren van anesthesiologische zorg op buitenlocaties en in acute zorgsituaties

• Deze EPA kan worden afgerond wanneer alle kern EPA’s MO-AM zijn toevertrouwd  

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Anatomie, fysiologie en (meest voorkomende en ernstige) pathologie van de patiënt in de jongere leeftijdscategorie in de midden- tot hoogcomplexe anesthesiologische zorgcategorie 
• Lichamelijke en geestelijke ontwikkeling bij kinderen 
• Inhalatie en intraveneuze inductie, mogelijk moeilijke luchtweg bij kinderen (masker/ballon, orofaryngeale luchtweg, larynxmasker, intubatie) 
• Werking van apparatuur voor midden- tot hoogcomplexe anesthesiologische zorg voor de jongere patiëntencategorie 
• Anesthesiologische specialistische zorg bij traumatisch letsel, brandwonden, (bijna) verdrinking en anafylaxie \
• PBLS en PALS 

Vaardigheden

• Efficiënt verzamelen, klaarleggen en controleren van geavanceerde benodigdheden voor midden- tot hoogcomplexe anesthesiologische zorgsituaties bij de jongere patiënt 
• Proactief onderhouden van algehele anesthesie en locoregionale anesthesie met behulp van basis en (specifiek) geavanceerde anesthesiologische hulpmiddelen 
• Anticiperen op potentieel veranderende situaties en complicaties tijdens anesthesie (apnoe, laryngospasme, bronchospasme, hypotensie, hypocapnie, hypercapnie etc.) evenals de postoperatieve zorg (apnoe, laryngospasme, bronchospasme, PONV, ontwaakagitatie, post-extubatie stridor, hypothermie, etc.) 
• Klinisch redeneren bij de jongere patiëntencategorie met comorbiditeiten m.b.t.de anesthesiologische zorg 

Gedrag

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

Dit is een specifieke EPA. De verwachting is dat de student na afronding van de kernEPA’s de EPA toevertrouwd kan worden op supervisieniveau 4. 
Edit | Back to EPA index