Aansluiten en bedienen van monitoring, en interpreteren van vitale parameters van patiënten in laagcomplexe anesthesiologische zorgsituaties

Code

MO-opleiding-AM-4

Type

kern

Omschrijving

De activiteit omvat

• Analyseren van het patiëntendossier om de benodigde basismonitoring te kiezen 
• Verzamelen van benodigdheden voor het meten van de vitale parameters 
• Aansluiten van de basismonitoring voor het meten van de vitale parameters bij de patiënt 
• Uitleg geven aan de patiënt over de handelingen tijdens het aansluiten van basismonitoring 
• Instellen alarmgrenzen/normaalwaardes van de basismonitoring 
• Monitoren van vitale parameters 
• Controleren van registratie van de vitale parameters in het (patiënten)registratiesysteem 
• Maatregelen nemen bij storing/uitval van basismonitoring (Bijv.: een NIBP die niet goed meet opnieuw aansluiten, een ECG-plakker opnieuw plakken als deze niet goed contact maakt etc.) 
• Communiceren met de anesthesioloog over de vitale parameters van de patiënt 

Beperkingen

• Deze EPA heeft betrekking op laagcomplexe zorgsituaties, zoals beschreven in de complexiteitstabel 

 Tot deze activiteit behoort alleen tot het aansluiten en bedienen van de volgende hulpmiddelen: 
• 3 of 5 leads ECG 
• Saturatiemeter 
• NIBP 
• Thermometer 
• EtCO2 

• Deze EPA kan worden afgerond wanneer EPA’s MO-AM 1, 2 en 3 zijn toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Anatomie, fysiologie en pathologie van patiënten in de laagcomplexe anesthesiologische zorgcategorie 
• Werking basismonitoring 
• Normaalwaarden van de vitale parameters 
• Maatregelen bij storingen/uitval van basismonitoring 
• Richtlijn Medisch convenant 

Vaardigheden

• Zelfstandig verzamelen en klaarleggen van benodigdheden van de basismonitoring voor het meten van de vitale parameters 
• Communiceren met de patiënt bij het aansluiten van de basismonitoring 
• Initiatief nemen en prioriteiten stellen tijdens het aansluiten van basismonitoring 
• Bedienen van basis medische hulpmiddelen 
• Veilig handelen met basis medische hulpmiddelen 
• Registreren en interpreteren van de vitale parameters 
• Signaleren van en handelen bij storing/uitval van basismonitoring 
• Initiatief nemen en communiceren met anesthesioloog over vitale parameters van de patiënt 

Gedrag

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student na 1 jaar van het praktijkgedeelte de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index