Coördineren en uitvoeren van luchtwegmanagement bij patiënten

Code

MO-opleiding-AM-8

Type

kern

Omschrijving

De activiteit omvat

 • Klaarleggen van benodigdheden voor de toepassing van een luchtweginstrument (kap, swiffel, filter, guedel, larynxmasker, tube, cuff-spuit etc.) 
• Beoordelen van de luchtweg (Lemon Law (waaronder de Mallampati score & Cormack & Lehane score) 
• Positioneren van de patiënt voor het inbrengen van een luchtweginstrument 
• Communiceren met de patiënt bij het toedienen van zuurstof d.m.v. een kap 
• Pre-oxygeneren d.m.v. kapbeademing 
• Assisteren bij plaatsen van een larynxmasker (klassiek dan wel I-gel) en bij het inbrengen van een tube 
• Plaatsen van een larynxmasker (klassiek dan wel I-gel) 
• Intuberen 
• Bewaken en monitoren van de patiënt gedurende de inleiding en het toepassen van luchtwegmanagement 
• Communiceren met de anesthesioloog bij het toepassen van luchtwegmanagement 
• Beoordelen van de positionering van een geplaatst luchtweginstrument 
• Fixeren van het toegepaste luchtweginstrument 
• Aansluiten van de beademingsmachine op het luchtweginstrument 
• Instellen en bedienen van de beademingsmachine 
• Handelen bij potentiële veranderende situaties en complicaties (can’t ventilate and/or can’t intubate), zoals back-up vragen bij een moeilijke intubatie, moeilijke intubatiekar halen 

Beperkingen

 • Tot deze activiteit hoort niet het uitvoeren van luchtwegmanagement bij patiënten met een moeilijke of bedreigde luchtweg 

 • Deze EPA kan worden afgerond wanneer EPA MO-AM-4 is toevertrouwd 

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

• Anatomie, fysiologie en pathologie van de luchtweg 
• Beoordelingscriteria van de luchtweg (Lemon law en Cormack en Lehane score) 
• Positionering van de patiënt voor het toepassen van een luchtweginstrument 
• Werking medische hulpmiddelen voor luchtwegmanagement (cuff spuit, laryngoscoop met laryngoscoopblad, voerder en beademingsmachine, kap, larynxmaskers en verschillende endotracheale tubes, zoals standaard tube, REA-tube, nasale tube, lasertube, microlaryngs tubes en tubes voor kinderen) 
• Werking medische hulpmiddelen bij moeilijk luchtwegmanagement (blauwe frova, flex tip laryngoscoopblad, videolaryngoscoop, cricothyrotomie set of spoed tracheotomie set etc.) 
• Verschillende procedures bij luchtwegmanagement en mogelijke complicaties (beschadiging bovenste luchtweg, laryngospasme, bronchospasme, kans op aspiratie etc.) 
• Afdelingsprotocollen voor moeilijke/bedreigde luchtweg 

Vaardigheden

• Communiceren met patiënt bij de pre-oxygenatie 
• Communiceren met de anesthesioloog tijdens het toepassen van luchtwegmanagement 
• Proactief controleren en beoordelen van de luchtweg voor het inbrengen van een luchtweginstrument 
• Plaatsen van een larynxmasker afgestemd op de anatomie van de patiënt 
• Intuberen 
• Positioneren van de patiënt tijden het plaatsen van een larynxmasker of tube afgestemd op de anatomie van de patiënt 
• Initiatief nemen tot het fixeren van een gecontroleerde luchtweg 
• Proactief beoordelen van de positionering van een toegepast luchtweginstrument 
• Initiatief nemen en prioriteiten stellen tijdens het aansluiten, instellen van de beademingsmachine op de luchtweg 
• Signaleren van complicaties bij luchtwegmanagement en proactief hulp inroepen van de anesthesioloog 
• Proactief en gestructureerd handelen luchtwegmanagement 

Gedrag

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student na 1 jaar van het praktijkgedeelte de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden. 
Edit | Back to EPA index