Coördineren en uitvoeren van luchtweg management bij patiënten met een verwachte of onverwachte moeilijke en/of bedreigde luchtweg
Code
MO-opleiding-AM-9
Type
kernOmschrijving
De activiteit omvat
• Klaarleggen van benodigdheden bij de toepassing van een luchtweginstrument (kap, swiffel, filter, guedel, larynxmasker, tube, cuff-spuit etc.) • Beoordelen van de luchtweg (Lemon Law (waaronder de Mallampati score & Cormack & Lehane score)
• Positioneren van de patiënt voor het toepassen van een luchtweginstrument
• Communiceren met de patiënt bij het toedienen van zuurstof d.m.v. een kap
• Pre-oxygeneren d.m.v. kapbeademing
• Assisteren bij luchtwegmanagement (alle soorten larynxmaskers en tubes)
• Uitvoeren en coördineren van luchtwegmanagement (alle soorten larynxmaskers en tubes)
• Voorbereidingen treffen en apparatuur klaarleggen voor een verwachte moeilijke luchtweg (moeilijke intubatiekar, duidelijke plan van aanpak A, B, C, moeilijke luchtwegapparatuur.)
• Handelen bij verwachte moeilijke luchtweg (aangeven dat het gaat om moeilijke luchtweg, extra hypnotica bijgeven, assisteren of uitvoeren van luchtwegmanagement d.m.v. moeilijke luchtwegapparatuur: voerder, blauwe frova, flex tip laryngoscoop, video laryngoscoop, cricothyrotomie set of spoedtracheotomie set etc.)
• Handelen bij een onverwacht moeilijke luchtweg (can’t ventilate and/or can’t intubate) (delegeren van taken aan operatieassistent, extra hypnotica optrekken, moeilijke intubatiekar halen/laten halen, moeilijke luchtweg apparatuur pakken en gereedmaken en assisteren dan wel uitvoeren van luchtwegmanagement d.m.v. moeilijke luchtwegapparatuur)
• Bewaken en monitoren van de patiënt gedurende de inleiding dan wel toepassen van (moeilijk en /of bedreigd) luchtwegmanagement
• Communiceren met de anesthesioloog bij het toepassen van luchtwegmanagement
• Aansluiten van de beademingsmachine op de luchtweg
• Instellen en bedienen van de beademingsmachine
• Positioneren van de patiënt voor het toepassen van een luchtweginstrument
• Communiceren met de patiënt bij het toedienen van zuurstof d.m.v. een kap
• Pre-oxygeneren d.m.v. kapbeademing
• Assisteren bij luchtwegmanagement (alle soorten larynxmaskers en tubes)
• Uitvoeren en coördineren van luchtwegmanagement (alle soorten larynxmaskers en tubes)
• Voorbereidingen treffen en apparatuur klaarleggen voor een verwachte moeilijke luchtweg (moeilijke intubatiekar, duidelijke plan van aanpak A, B, C, moeilijke luchtwegapparatuur.)
• Handelen bij verwachte moeilijke luchtweg (aangeven dat het gaat om moeilijke luchtweg, extra hypnotica bijgeven, assisteren of uitvoeren van luchtwegmanagement d.m.v. moeilijke luchtwegapparatuur: voerder, blauwe frova, flex tip laryngoscoop, video laryngoscoop, cricothyrotomie set of spoedtracheotomie set etc.)
• Handelen bij een onverwacht moeilijke luchtweg (can’t ventilate and/or can’t intubate) (delegeren van taken aan operatieassistent, extra hypnotica optrekken, moeilijke intubatiekar halen/laten halen, moeilijke luchtweg apparatuur pakken en gereedmaken en assisteren dan wel uitvoeren van luchtwegmanagement d.m.v. moeilijke luchtwegapparatuur)
• Bewaken en monitoren van de patiënt gedurende de inleiding dan wel toepassen van (moeilijk en /of bedreigd) luchtwegmanagement
• Communiceren met de anesthesioloog bij het toepassen van luchtwegmanagement
• Aansluiten van de beademingsmachine op de luchtweg
• Instellen en bedienen van de beademingsmachine
Beperkingen
• Deze EPA kan worden afgerond wanneer EPA MO-AM-8 is toevertrouwd
Voorwaardelijkheden (EPA"s)
CanMeds
- Vakinhoudelijk handelen
- Communicatie
- Samenwerking
- Kennis en wetenschap
- Maatschappelijk handelen
- Leiderschap
- Professionaliteit
Kennis
• Afdelingsprotocollen bij anesthesiologische spoedsituaties m.b.t. onverwachte moeilijke en/of bedreigde luchtweg
Vaardigheden
• Proactief communiceren met de anesthesioloog tijdens het toepassen van een verwacht of onverwachte moeilijke en/of bedreigde luchtwegmanagement
• Signaleren van en proactief handelen bij complicaties van de luchtweg (can’t ventilate and/or can’t intubate)
• Initiatief nemen en prioriteiten stellen tijdens het aansluiten en instellen van de beademingsmachine op de luchtweg
• Proactief en gestructureerd handelen en initiatief nemen bij spoedsituaties m.b.t. onverwachte moeilijke en/of bedreigde luchtweg
• Signaleren van en proactief handelen bij complicaties van de luchtweg (can’t ventilate and/or can’t intubate)
• Initiatief nemen en prioriteiten stellen tijdens het aansluiten en instellen van de beademingsmachine op de luchtweg
• Proactief en gestructureerd handelen en initiatief nemen bij spoedsituaties m.b.t. onverwachte moeilijke en/of bedreigde luchtweg
Gedrag
Informatie bronnen voortgang
Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.
Fase & niveau
De verwachting is dat de student na 2 jaar van het praktijkgedeelte de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden.