Zorgdragen voor de eerste opvang en stabilisatie van een vitaal bedreigd kind

Code

ic-7

Type

basis

Omschrijving

Het betreft de zorg die wordt verleend bij de opvang van een vitaal bedreigd kind (leeftijd 0 – 18 jaar) bij opname en/of een situatie waarin sprake is van een acute verslechtering van een vitale functie die een directe behandeling behoeft. Het kind is respiratoir, hemodynamisch, metabool of neurologisch bedreigd. De vitale functies worden bewaakt en ondersteund. Het kan een eerste opvang betreffen ter stabilisatie op een IC tot het kind kan worden overgeplaatst naar een kinder- IC in een ander ziekenhuis.

De activiteit omvat

  • Gestructureerd benaderen van de (spoed)situatie (ABCDE-methodiek) 
  • Verzamelen van relevante gegevens (zoals overdracht, (hetero)anamnese, monitoring, lichamelijk onderzoek) 
  • Meten en beoordelen van de vitale functies (PEWS/MEWS) 
  • Bewaken van de gezondheidstoestand van het kind 
  • Analyseren en interpreteren van de gegevens 
  • Toepassen van angst- en pijnreductie 
  • Herkennen van signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld 
  • Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose 
  • Prioriteren en coördineren van verpleegkundige (acute) zorg 
  • Samenwerken met collega’s en andere disciplines; waar nodig inschakelen van hulp 
  • Uitvoeren en evalueren van interventies en zo nodig bijstellen van therapie (in overleg met de behandelend arts) 
  • Informeren, instrueren en begeleiden van de zorgvrager en diens naasten 
  • Evalueren en rapporteren van resultaten 
  • Zorgen voor overplaatsing en veilig transport

Beperkingen

Tot deze activiteit behoort niet het zorg verlenen aan: 
  • Kind met letsel na trauma (vitaal bedreigd) 
  • Kind dat invasief beademd wordt

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

Voorkennis 
  • Theorie ‘Basis Acute Zorg’ 

Kennis 
  • Gestructureerde benadering en methodieken bij kinderen (ABCDE, GCS, SBARR/ PEWS/MEWS) 
  • Onderzoek bij kinderen (bijv. pediatric assessment triangle) 
  • Anatomie, fysiologie en pathologie van aandoeningen die voorkomen bij een vitaal bedreigd kind 0-18 jaar (bijv. circulatoir, neurologisch, respiratoire bedreiging) 
  • Spoedeisende aandoeningen en bijbehorende interventies bij vitaal bedreigde kinderen (bijv. shock, sepsis, benauwdheid, intoxicatie, convulsies, diabetes keto acidose) 
  • Monitoring kind normale en afwijkende waarden van de vitale functies bij kinderen in de verschillende levensfasen 
  • Protocol en richtlijnen vitaal bedreigd kind 
  • Luchtwegmanagement 
  • Oxygenatie en ventilatieproblematiek bij kinderen 
  • Ademhaling ondersteunende therapie (neusbril, high flow, CPAP, non rebreathing masker) 
  • Ritme en geleidingsstoornissen 
  • Neuro controles (bijv. AVPU, EMV, MRC, pupillen, fontanel) 
  • Cardiopulmonale resuscitatie volgens BLS en APLS 
  • Methodieken (zoals: pijn, angstreductie) bij een vitaal bedreigd kind 
  • Verdovingstechnieken en werking rondom een vitaal bedreigd kind 
  • Farmacologie en dosering gerelateerd aan een vitaal bedreigd kind 
  • Relevante (verpleegkundige) interventies bij acute aandoeningen inclusief werking, bijwerkingen en effect (bijv. botnaald) 
  • Signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld 
  • Copingstrategieën van ouders in een acute (spoed) situatie 
  • Methodieken in communicatie en samenwerkingsprocessen 
  • Richtlijnen overplaatsing en transport

Vaardigheden

  • Op methodische wijze gegevens verzamelen, lichamelijk onderzoek uitvoeren, metingen verrichten 
  • Invullen scorelijsten met betrekking tot pijn, neurologische controles, voedingstoestand in het kader van de acute aandoening 
  • Herkennen en behandelen van angst en pijn (angstreductietechniek) 
  • Herkennen van signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld 
  • Bewaken van de vitale functies en monitoren van de gezondheidstoestand, interpreteren van afwijkende waarden 
  • Differentiaaldiagnose hanteren bij de interpretatie van observaties en gegevens 
  • De gezondheidssituatie samenvatten, klachten en (potentiële) gezondheidsproblemen verklaren vanuit de pathofysiologie van de (werk)diagnose 
  • Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden
  • De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’ 
  • Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling 
  • De noodzaak van interventie bepalen en deze uitvoeren wanneer een relevant probleem zichtbaar wordt
  • Assisteren bij (medische) interventies (bijv. intubatie, lumbaalpunctie, thoraxdrainage) 
  • Zorg dragen voor een vrije ademweg en toepassen van verschillende noninvasieve beademingstechnieken bij kinderen van verschillende leeftijden 
  • Medicatie klaarmaken (bijv. oplossingen en verdunningen) m.b.v. doseringsschema en deze toedienen 
  • Evalueren en zo nodig bijstellen van interventies 
  • Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen 
  • Informeren, instrueren en begeleiden van het kind en de ouder(s) /verzorgers/ naasten 
  • Overdragen en consulteren volgens de uitgangspunten van de SBAR-methodiek en de eigen hulpverlening hierop afstemmen, ook onder tijdsdruk en in een stressvolle situatie (bijv. acute verslechtering, dienstoverdracht, MDO, etc.) 
  • Knelpunten in de communicatie met zorgvrager en naasten herkennen en omgaan met moeilijke situaties als weerstand, heftige emoties en lastige interactiepatronen 
  • Overplaatsing en veilig transport voorbereiden volgens geldende richtlijnen

Gedrag

  • Draagt bij aan samenwerking binnen het team op inhoud en proces 
  • Toont verpleegkundig leiderschap 
  • Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager 
  • Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair) 
  • Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie 
  • Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen 
  • Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

Dit is een specifieke EPA. De verwachting is dat de student na de opleiding (BAZ
en kern EPA’s) de EPA toevertrouwd kan worden op supervisieniveau 4.

Edit | Back to EPA index