Assisteren scopist bij Endoscopisch longonderzoek

Code

LZ-END-5

Type

specifiek

Omschrijving

Versie 1, juli 2021 

Het betreft het assisteren van de scopist bij de wel of niet gesedeerde  zorgvrager die endoscopisch longonderzoek ondergaat met een diagnostisch of therapeutisch doel. Deze EPA onderscheidt zich van Endoscopie EPA 1, 2 en 3 vanwege de vitale functie van de longen en vraagt daarom aanvullende kennis en vaardigheden. 

De activiteit omvat

  • Zorgdragen voor coördinatie en continuïteit van het endoscopieprogramma met het oog op de hoge mate van diversiteit en 
    ad-hoc-planning
  • Inlezen dossier van  zorgvrager gericht op informatie die van belang zijn is het endoscopisch onderzoek (bijv. antistolling, comorbiditeit) 
  • Bedrijfsklaar maken van de werkruimte voor en na het endoscopisch longonderzoek
  • Assisteren scopist (o.a. aanreiken en opvangen materialen) 
  • Past klinisch redeneren toe met het oog op de vitale functies van de  zorgvrager 
  • Verwerken histologie en cytologie 
  • Verwerken gebruikt instrumentarium 
  • Verslag leggen en overdragen zorg aan collega’s in de instelling en binnen de keten 
  • Inbrengen van gespecialiseerde verpleegkundige endoscopische expertise in het multidisciplinair team: kennis overdragen, advies en 
    instructie geven en begeleiden van collega’s 

Voorwaardelijkheden
De kern-EPA’s endoscopie (EPA 1, 2 en 3) zijn toevertrouwd.

Beperkingen

-

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

  • Anatomie, fysiologie en pathologie luchtwegen 
  • Werking apparatuur en materiaal longendoscopie
  • Kennis van steriliteitsprincipes (steriliteitscontrole van steriele instrumenten(sets) en medische hulpmiddelen)
  • Kennis van de ABC-methodiek 
  • Kennis van de werking, toedieningswijze en bijwerkingen van medicatie
  • Protocollen en procedures 
  • Hygiëne en infectiepreventie 

Vaardigheden

  • Bedienen apparatuur en gebruik materiaal 
  • Bewaakt de vitale functies en anticipeert daarop 
  • Herkent complicaties en kan handelend optreden 
  • Coördinerende vaardigheden die leiden tot prioritering en oplossend 
    vermogen
  • Verslaglegging accuraat en tijdig afhandelen 
  • Kan multidisciplinair samenwerken

Gedrag

  • Is alert op risico en complicaties 
  • Is assertief; verdedigt de eigen grenzen in het multidisciplinair team
  • Toont prioritering en oplossend vermogen

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

De verwachting is dat de student aan het einde van de opleiding de EPA op supervisieniveau 4 toevertrouwd kan worden.
Edit | Back to EPA index