Hoogcomplexe zorg verlenen aan een zorgvrager met een neurologische- of neurochirurgische aandoening

Code

ic-8

Type

basis

Omschrijving

Het betreft de hoogcomplexe zorg die gekenmerkt wordt doordat de gezondheidstoestand van de zorgvrager sterk wisselend en onvoorspelbaar is. De vitale functies worden bewaakt en één of meerdere vitale functies worden ondersteund. De ingestelde therapie moet voortdurend worden bijgesteld. Mogelijk kan de zorgvrager de veranderingen zelf niet kan signaleren en/of adequaat reageren. De communicatie is ernstig bemoeilijkt en de zorgvrager behoeft voortdurend aandacht en inspanning. 

Deze hoogcomplexe zorg kan zich presenteren bij een zorgvrager met een neurologische of neurochirurgische aandoening, zoals: 
  • Trauma capitis 
  • Vasculaire aandoeningen 
  • Dwarslaesie 
  • Trombolyse 
  • Infectieziekte (meningitis, encefalitis) Of bij pre – en postoperatieve neurochirurgische patiënten (vaatafwijkingen, tumoren).

De activiteit omvat

  • Multidisciplinair samenwerken in teamverband 
  • Gestructureerd benaderen van de (spoed)situatie en het systematisch verzamelen van gegevens (ABCDE-methodiek) 
  • Bewaken en monitoren van de vitale functies 
  • Analyseren en interpreteren van de bewakingsgegevens 
  • Stellen van een (verpleegkundige) werkdiagnose 
  • Prioriteren en coördineren van verpleegkundige zorg 
  • Bieden van voorstelen m.b.t. interventies en behandeling 
  • Assisteren bij onderzoek en behandeling en gebruiksklaar maken van benodigde apparatuur 
  • Uitvoeren van zorg en (risicovolle) voorbehouden handelingen 
  • Evalueren en zo nodig bijstellen van interventies in overleg met de behandelaar 
  • Tijdig signaleren van onvoorziene, kritieke situaties (interventies bepalen) 
  • Informeren, instrueren en begeleiden van zorgvrager en naasten 
  • Voorbereiden en begeleiden van overplaatsing en transport 
  • Rapporteren en overdragen van zorg

Beperkingen

No content provided

Voorwaardelijkheden (EPA"s)

CanMeds

  • Vakinhoudelijk handelen
  • Communicatie
  • Samenwerking
  • Kennis en wetenschap
  • Maatschappelijk handelen
  • Leiderschap
  • Professionaliteit

Kennis

  • Methodieken rond samenwerkingsprocessen (teamvaardigheden) 
  • Anatomie, fysiologie, pathologie centraal zenuwstelsel 
  • Chronische en acute neurologische aandoeningen 
  • Neurochirurgische aandoeningen, specifieke chirurgische ingrepen en de verpleegkundige aandachtsgebieden (pre- en postoperatief) 
  • Monitoren neurologische functies 
  • Specifieke verpleegkundige handelingen (bijv. drain en wond zorg) 
  • Vitale parameters (bijv. hemodynamiek en bewustzijn) en variaties hierop gekoppeld aan neurologische aandoeningen 
  • Acute bedreigingen van vitale functies (bijv. inklemming) 
  • Richtlijnen, behandelingsprotocollen en standaarden zoals in de werkpraktijk worden gebruikt, incl. gebruikte apparatuur 
  • Relevante interventies bij (acute) aandoeningen inclusief (bij)werking, complicaties en effect 
  • Specifieke neurologische farmacologie 
  • Neurorevalidatie

Vaardigheden

  • Op methodische wijze gegevens verzamelen en op basis van de geconstateerde neurologische problemen de urgentie bepalen 
  • Bewaken en monitoren van de vitale functies, (specifiek de neurologische functie d.m.v. bijvoorbeeld GCS, EMV-score, drukmeting neuro-drains) 
  • Interpreteren en van afwijkende vitale parameters en deze in verband brengen met het onderliggende ziektebeeld of de operatie 
  • De gezondheidssituatie samenvatten en hieruit een verpleegkundige werken differentiaaldiagnose formuleren 
  • Voorstelen bieden m.b.t. interventies en behandeling 
  • Prioriteren binnen de planning en coördinatie van werkzaamheden 
  • De keuze en planning van interventies afwegen door middel van ‘doeleffect-risico’ 
  • Begeleiden en voorbereiden van de zorgvrager op transport, continueren van de bewaking en de zorg tijdens het transport 
  • Inventariseren van (potentiële) risico`s voor (vitale) lichaamsfuncties op basis van de gezondheidsproblemen en ingezette behandeling 
  • Assisteren bij onderzoek en behandeling (bijv. lumbaalpunctie) en benodigde apparatuur gebruiksklaar maken 
  • Verpleegkundige interventies en voorbehouden handelingen volgens de professionele standaarden uitvoeren 
  • Evalueren en zo nodig bijstellen van toegepaste interventies 
  • Signaleren van en reageren op (dreigende) gezondheidsveranderingen 
  • Beslissingen nemen die de (uitvoer van) zorg van de zorgvrager aangaan volgens de principes van informed consent 
  • Begeleiding bieden, instrueren en uitleg geven aan de zorgvrager en naasten t.a.v. behandeling, nabehandeling en controle 
  • Knelpunten in de communicatie herkennen, rekening houden met de (responsieve) mogelijkheden van de zorgvrager en omgaan met moeilijke situaties als weerstand, heftige emoties en lastige interactiepatronen 
  • Overdragen en consulteren volgens de uitgangspunten van de SBARmethodiek (bijv. acute verslechtering, MDO)

Gedrag

  • Draagt bij aan samenwerking binnen het team op inhoud en proces 
  • Toont verpleegkundig leiderschap 
  • Toont professionele en respectvolle omgang met zorgvragers en hun naasten, rekening houdend met evt. beperkingen van de zorgvrager 
  • Toont professionele en respectvolle omgang met betrokken collega’s (interdisciplinair) 
  • Stelt zich verantwoordelijk op in het hanteren van de grenzen van de eigen deskundigheid als gespecialiseerde verpleegkundige binnen de acute zorg vraagt tijdig om assistentie 
  • Schat eigen behoefte aan psychosociale zorg in en vraagt hulp bij verwerking van traumatiserende gebeurtenissen 
  • Ontwikkelt zich door kritisch te reflecteren op het eigen handelen en zo nodig actie te ondernemen om de eigen bekwaamheid te verbeteren

Informatie bronnen voortgang

Om de voortgang te monitoren en de activiteit toe te vertrouwen worden meerdere observaties uitgevoerd, door meerdere observatoren en zijn er verschillende informatiebronnen gebruikt, waaronder minimaal een observatie in de praktijk van het uitvoeren van de toe te vertrouwen activiteit.

Fase & niveau

Dit is een specifieke EPA. De EPA kan aan de student na de opleiding (BAZ en kern EPA’s) toevertrouwd worden op supervisieniveau 4.

Edit | Back to EPA index